Gedaan met laden. U bevindt zich op: een doelpunt scoren / een doelpunt maken / scoren Taaladviezen

een doelpunt scoren / een doelpunt maken / scoren

Scoren, een doelpunt scoren en een doelpunt maken zijn alle drie correct.

  • De belangrijkste taak van de spits is uiteraard scoren / doelpunten scoren / doelpunten maken.

In combinatie met een lijdend voorwerp betekent scoren ‘maken, behalen’ of ‘succes behalen met’.

  • Emma Meesseman scoorde tijdens het EK basketbal de ene driepunter na de andere.
  • Ze scoorde haar eerste hit toen ze nog maar zestien jaar was.

Het werkwoord scoren kan ook zonder lijdend voorwerp voorkomen. Naast de betekenis ‘een doelpunt maken’ kan het dan ook ‘succes krijgen’ betekenen.

  • Met dat slimme antwoord scoorde ze bij haar favoriete leraar.

    In informele taal kan het woord scoren ook ‘te pakken krijgen’ betekenen.

    • Ze heeft een hele stapel thrillers gescoord op de jaarlijkse verkoop van tweedehands boeken.