In zinnen met een kwart (van de + meervoudig zelfstandig naamwoord) als onderwerp is een enkelvoudige persoonsvorm correct. Het enkelvoudige woord kwart is het kernwoord van het onderwerp.

• Een kwart van de mensen had geen antwoord op die vraag.
• Ruim een kwart van de gestolen auto’s verdwijnt over de grens.
• In de binnenstad staat een kwart van de handelspanden leeg.
• Kwart gecontroleerde bestuurders draagt gordel niet.

Ook als er op het meervoudige zelfstandig naamwoord een betrekkelijke bijzin met die volgt, staat de persoonsvorm bij kwart in het enkelvoud. In de bijzin is het betrekkelijk voornaamwoord die het onderwerp; dat verwijst naar het meervoudige zelfstandig naamwoord. Dat blijkt duidelijk als we de zinsdeelvolgorde veranderen.

• Een kwart van de mensen die aan de enquête deelnamen, had geen antwoord op die vraag.
• Van de mensen die aan de enquête deelnamen, had een kwart geen antwoord op die vraag.

• Ruim een kwart van de auto’s die hier gestolen worden, verdwijnt over de grens.
• Van de auto’s die hier gestolen worden, verdwijnt ruim een kwart over de grens.