Leopold 2 / Leopold de 2e / Leopold de IIe / Leopold II
Om het volgnummer van een koning, keizer, paus of andere belangrijke of bekende machthebber weer te geven, worden Romeinse cijfers gebruikt (I, II, III). Het Romeinse cijfer wordt in hoofdletters achter de naam gezet; er komt geen lidwoord voor en geen uitgang -e, -de of -ste achter.
- Karel V, Leopold II, Albert II, Lodewijk XIV, Hendrik VIII
Het Romeinse cijfer wordt gewoonlijk uitgesproken als rangtelwoord, voorafgegaan door het lidwoord de: ‘Karel de Vijfde', ‘Leopold de Tweede', ‘Albert de Tweede' enzovoort. De uitspraak ‘Karel Vijf', ‘Leopold Twee', ‘Albert Een' wordt als minder verzorgd beschouwd. Een uitzondering geldt voor de Nederlandse koningen die Willem heetten: Willem I, Willem II en Willem III worden meestal als ‘Willem Eén', ‘Willem Twee' en ‘Willem Drie' uitgesproken.
Als de naam geen persoon (meer) aanduidt, is de uitspraak als hoofdtelwoord wel gangbaar. Dat geldt bijvoorbeeld voor straatnamen, namen van scholen, namen van voetbalclubs en dergelijke: Leopold II-park, Albert II-laan, Koning Willem I College.