lgbt, lhbti, lgbtq, lhbtqia+ (betekenis)
Afkortingen als lgbti en lhbti zijn overkoepelende termen voor mensen die lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender of intersekse zijn. In België is de afkorting lgbti (‘lesbian, gay, bisexual, transgender or intersex’) het gebruikelijkst; in Nederland is lhbti (‘lesbisch, homosekueel, biseksueel, transgender of intersekse’) het gebruikelijkst.
Soms worden nog andere letters toegevoegd, bijvoorbeeld q (‘queer’), a (‘aseksueel’) en p (‘panseksueel’). Vaak wordt ook een plusteken toegevoegd. Dat verwijst naar iedereen die niet cisgender (‘een genderidentiteit hebbend die overeenkomt met het biologische geslacht dat bij de geboorte is vastgesteld op basis van de fysieke geslachtskenmerken’) of heteroseksueel is, en ook niet onder een van de genoemde letters valt.
Welke variant van de afkorting de voorkeur verdient, hangt af van de specifieke groepen waarover in een tekst wordt gesproken. Als een tekst bijvoorbeeld gaat over lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen, is het aan te bevelen om de afkorting lgbt of lhbt te gebruiken. Als een tekst gaat over één specifieke doelgroep, bijvoorbeeld intersekse personen of homoseksuele mannen, is een afkorting als lgbti niet nodig en kan het best alleen die specifieke groep worden genoemd.