Gedaan met laden. U bevindt zich op: mee / mede Taaladviezen

mee / mede

Mee kan deel uitmaken van een scheidbaar samengesteld werkwoord. Bijvoorbeeld: meebepalen, meebuigen, meedansen, meedelen, meedoen, mee-eten, meefeesten, meefietsen, meegaan, meehelpen, meekomen, meeondertekenen.

  • David wil graag met Michel meefietsen.
  • Wil je met me meekomen?
  • De leerlingen hebben het nieuwe schoolafvalbeleid meebepaald.

Ook mede komt voor als eerste deel van samengestelde werkwoorden. Bijvoorbeeld: mededelen, medeondertekenen. De werkwoorden met mede- hebben een wat formeler karakter.

  • Onze fractie heeft de resolutie meeondertekend / medeondertekend.

Als zo’n samengesteld werkwoord persoonsvorm is in een hoofdzin, wordt het gesplitst. De delen van het werkwoord staan dan in omgekeerde volgorde, eventueel met andere zinsdelen ertussen. Als er een lijdend voorwerp is, staat mee of mede dan na het lijdend voorwerp.

  • David fietst graag mee met Michel.
  • David fietst graag met Michel mee.
  • Kom mee met mij.
  • Kom met mij mee.
  • Onze fractie ondertekende de resolutie mee / mede.

Mee kan ook een losstaande bijwoordelijke bepaling zijn, met de betekenis ‘samen met eerdergenoemde(n), samen met andere(n)’. In Nederland is daarvoor ook de vorm mede gebruikelijk; in België heeft dat gebruik van mede een wat formele bijklank. Als bijwoordelijke bepaling staat mee / mede direct voor het hoofdwerkwoord of direct voor het deel dat achteraan staat bij een gesplitste persoonsvorm.

  • De leerlingen hebben het nieuwe schoolafvalbeleid mee / mede bepaald.
  • Onze fractie heeft de resolutie mee / mede ondertekend.
  • Frankrijk en Duitsland hebben het verdrag mee / mede goedgekeurd.
  • Frankrijk en Duitsland keurden het verdrag mee / mede goed.

In de standaardtaal in België kan mee als bijwoordelijke bepaling ook meteen na de persoonsvorm staan als er nog andere zinsdelen volgen; in Nederland is dat niet gebruikelijk.

  • De leerlingen hebben mee het nieuwe schoolafvalbeleid bepaald.
  • Onze fractie heeft mee de resolutie ondertekend.
  • Onze fractie ondertekende mee de resolutie.
  • Frankrijk en Duitsland hebben mee het verdrag goedgekeurd.
  • Frankrijk en Duitsland keurden mee het verdrag goed.

Mee en mede worden ook als bijwoordelijke bepaling gebruikt in de betekenis ‘ook’ of ‘onder meer’.

  • Het spijt me dat ik niet mee / mede van de partij kan zijn.
  • Dat is mee / mede in uw voordeel.
  • Het doek is verkleurd, mede door invloed van licht en vochtigheid.