Bij nevenschikking van zinnen met ofwel kan de gewone woordvolgorde ‘onderwerp - persoonsvorm’ voorkomen, maar ook de inversievolgorde ‘persoonsvorm - onderwerp’. Er is een verschil tussen België en Nederland. In België komt bij nevenschikking met ofwel vrijwel alleen de volgorde met inversie voor.
- Ofwel zijn ze geel, ofwel (zijn ze) rood.
- Ofwel werken we samen, ofwel gaan we samen ten onder als dwazen.
- Hij zal bekennen ofwel zal hij trachten te vluchten.
In Nederland wordt de volgorde zonder inversie het meest gebruikt.
- Ofwel ze zijn geel, ofwel (ze zijn) rood.
- Ofwel we werken samen, ofwel we gaan samen ten onder als dwazen.
- Hij zal bekennen ofwel hij zal trachten te vluchten.