Als onderschikkend voegwoord leidt om beknopte bijzinnen in. Als om niet weggelaten kan worden, wordt met de beknopte bijzin meestal een doel uitgedrukt. Om betekent dan ‘met het doel’.
- De politie heeft alles gedaan om incidenten te voorkomen.
- Tien tips om je beter te kunnen concentreren.
- Dat is een toestel om de luchtvochtigheid mee te meten.
Soms wordt om gebruikt zonder dat er van een doel sprake is. Om drukt dan uit dat de ene gebeurtenis zich op een (veel) later tijdstip afspeelt dan de andere.
- Het water bleef gedurende enkele uren stijgen, om bij eb weer te zakken.
- Hij reed weg om nooit meer terug te komen.
In sommige contexten kunnen zinnen waarin geen doel uitgedrukt wordt, dubbelzinnig of onbedoeld grappig zijn. Bijvoorbeeld in een zin als Hij stak de straat over, om door een vrachtauto overreden te worden. Een goed alternatief is een constructie met een nevenschikking.
- Hij stak de straat over en werd door een vrachtauto overreden.