Gedaan met laden. U bevindt zich op: op afspraak / na afspraak / volgens afspraak Taaladviezen

op afspraak / na afspraak / volgens afspraak

Op afspraak, na afspraak en volgens afspraak zijn alle drie correct in de betekenis ‘na het maken van een afspraak'. Op afspraak is het gebruikelijkst.

  • Op woensdag is er spreekuur op afspraak / na afspraak / volgens afspraak.
  • Raadpleging uitsluitend op afspraak / na afspraak / volgens afspraak.

Volgens afspraak kan daarnaast ook ‘zoals afgesproken' betekenen.

  • Ze was boos omdat de goederen niet volgens afspraak geleverd waren.