Gedaan met laden. U bevindt zich op: op zich / op hem / op haar / op hen Taaladviezen

op zich / op hem / op haar / op hen

Als het voorzetsel op samen met het wederkerend voornaamwoord zich een vaste combinatie vormt met het werkwoord, kan zich niet vervangen worden door de persoonlijke voornaamwoorden hem, haar of hen.

  • Ze neemt graag veel werk op zich.

Om te achterhalen of het zinsdeel met zich een vaste combinatie vormt met een werkwoord, kunt u zich proberen te vervangen door een zelfstandig naamwoord. Als dat niet mogelijk is, is er sprake van een vaste combinatie. Op zich nemen is bijvoorbeeld een vaste combinatie, want je kunt niet zeggen Ze neemt graag veel werk op haar man.

Als het zinsdeel met zich geen vaste combinatie vormt met het werkwoord, kunnen het wederkerend voornaamwoord zich en de persoonlijke voornaamwoorden hem, haar en hen vaak allebei gebruikt worden om naar het onderwerp te verwijzen. Het persoonlijk voornaamwoord hem, haar of hen kan wel dubbelzinnig zijn omdat dat niet alleen naar het onderwerp, maar ook naar iets of iemand anders kan verwijzen.

  • De verpleegkundige zag een man met een mes op zich / hem / haar afkomen.

Op zich vormt geen vaste combinatie met het werkwoord afkomen, want je kunt zeggen De verpleegkundige zag een man met een mes op haar collega afkomen.