Gedaan met laden. U bevindt zich op: persoon met een handicap / gehandicapte / andersvalide / mindervalide / invalide Taaladviezen

persoon met een handicap / gehandicapte / andersvalide / mindervalide / invalide

Om naar personen te verwijzen die een handicap hebben, is het aan te raden om een omschrijving te gebruiken met het bijvoeglijk naamwoord gehandicapte of een nabepaling met een handicap of met een beperking.

  • gehandicapte persoon / mens / atleet
  • persoon / mens / atleet met een handicap
  • persoon / mens / atleet met een beperking

Het zelfstandig naamwoord gehandicapte wordt tegenwoordig opgevat als een aanduiding die mensen verengt tot hun handicap, terwijl het maar om één aspect van hun identiteit gaat. Samenstellingen met gehandicapte worden wel nog gebruikt, voor de bondigheid, bijvoorbeeld gehandicaptenzorg, gehandicaptensport (vaak afgekort tot g-sport).

De woorden invalide, mindervalide en andersvalide worden als verouderd beschouwd. Ze worden als denigrerend ervaren, omdat valide naar de waarde van iemand lijkt te verwijzen. Invalide komt nog wel voor in de technische term invaliditeit, bijvoorbeeld in verband met uitkeringen van de sociale zekerheid.

Als dat in een bepaalde context nodig is, kunt u mensen met een handicap contrasteren met mensen zonder handicap. Omschrijvingen als normale mensen en gewone mensen zijn daarvoor af te raden.