Bij prijsaanduidingen en in combinaties met de woorden prijs en bedrag worden in de standaardtaal de voorzetsels tegen, voor en soms à gebruikt. In België wordt in zulke combinaties ook vaak aan gebruikt, ook door standaardtaalsprekers. Toch is er een vrij grote groep taalgebruikers die dat gebruik afkeurt. Daarom is het niet duidelijk of zulke combinaties met aan tot de standaardtaal in België gerekend kunnen worden.

• De gemeente biedt de kans om rookmelders te kopen voor / tegen / à 19,95 euro per stuk.
• De Polen zouden werken voor / tegen zeven euro per uur.
• Hier vind je educatieve software voor / tegen scherpe prijzen.
• Via zo'n groepsaankoop kun je gas en elektriciteit aankopen tegen / voor een voordelige prijs.
• U kunt een garage huren voor / tegen een bedrag van 75 euro per maand.
• De single wordt verkocht voor / tegen de prijs van drie euro.

Soms is er een klein betekenisverschil tussen tegen en voor. Met tegen wordt dan ‘tegen inning van' bedoeld. Het perspectief is dan dat van de verkoper of leverancier. Met voor wordt dan ‘tegen betaling van' bedoeld. Het perspectief is in dat geval dat van de koper.

• De universiteit biedt kamers aan tegen een prijs van 25 euro per nacht.
• Wat kun je tegenwoordig nog kopen voor 20 euro?