Het werkwoord rechtstaan is standaardtaal in België in de betekenissen ‘gaan staan’ en ‘rechtop staan’. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn gaan staan, opstaan, staan, overeind staan, rechtop staan.
- Sta recht / op!
- Toen de president binnenkwam, stonden alle aanwezigen recht / op.
- Op verzoek van de voorzitter gingen alle deelnemers rechtstaan / staan.
- We moesten de hele rit rechtstaan / staan.
- Hoeveel bomen staan er na de storm nog recht / overeind?
- Blijf rechtstaan / rechtop staan als een stoere krijger.
De combinatie recht staan, in twee woorden, is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘niet in schuine of gebogen richting staan’.
- Geef alleen gas als de wielen vooraan van uw voertuig recht staan.
- Er zijn veel kinderen bij wie de voeten of tenen niet helemaal recht staan.
- Een beugel wordt ingezet als tanden en kiezen niet goed op elkaar passen of niet mooi recht staan.