Gedaan met laden. U bevindt zich op: schuilen (vervoegen) Taaladviezen

schuilen (vervoegen)

Vervoeging:

  • ik schuil, jij schuilt, wij schuilen
  • ik schuilde / school, wij schuilden / scholen
  • ik heb geschuild / gescholen

Bij het werkwoord schuilen is in de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord zowel de regelmatige vorm als de onregelmatige vorm mogelijk: schuilde / school​​, geschuild / gescholen. Schuilde en geschuild zijn de gebruikelijkste vormen.