Serieus wordt vooral in informele gesproken taal gebruikt in de betekenis ‘aanzienlijk, heel’. Dat gebruik komt vaker voor in België dan in Nederland. Neutralere synoniemen zijn, afhankelijk van de context, aanzienlijk, zwaar, bijzonder of sterk.
- Tijdens de laatste aanval waren er serieuze / aanzienlijke / zware verliezen aan beide zijden.
- Het verlies van zijn moeder viel hem serieus / bijzonder zwaar.
- Na haar sportcarrière ging haar conditie serieus / sterk achteruit.
Het gebruik van serieus in de betekenissen ‘ernstig, van ernst vervuld’ of ‘ernstig, gemeend’ is gebruikelijk in het hele taalgebied.
- Ik dacht dat hij een grapje maakte, maar hij blijft serieus kijken.
- Na tien jaar verloving waren er eindelijk serieuze trouwplannen.