Gedaan met laden. U bevindt zich op: stoten (vervoegen) Taaladviezen

stoten (vervoegen)

Vervoeging:

  • ik stoot, jij stoot, wij stoten
  • ik stootte / stiet, wij stootten / stieten
  • ik heb gestoten
  • de omgestoten vaas

Voor de verleden tijd is vooral de vorm stootte gebruikelijk. De verledentijdsvorm stiet komt soms nog voor in formele taal.