In de constructie iemand/iets treft (geen) schuld is het onderwerp (geen) schuld. Schuld is enkelvoudig, dus moet ook de persoonsvorm in het enkelvoud staan: treft.

• De luchtvaartmaatschappijen treft geen schuld.
• Volgens de rechter trof de ministers geen schuld.
• Bij waterschade is het niet altijd duidelijk wie schuld treft.

Iemand of iets is het lijdend voorwerp van deze constructie. Als het lijdend voorwerp een persoonlijk voornaamwoord is, wordt niet de onderwerpsvorm (bijvoorbeeld ik, jij, hij, wij) maar de niet-onderwerpsvorm (mij, jou, hem, ons) gebruikt.

• Als personeelslid treft jou geen schuld.
• Ik ben opgelucht dat hem geen schuld treft.

Hetzelfde geldt voor vergelijkbare constructies zoals iemand/iets treft (geen) blaam en iemand/iets treft (geen) verwijt.

• De ouders van het kind treft geen verwijt.
• Mij treft geen blaam.