Gedaan met laden. U bevindt zich op: verongelukken / een ongeluk hebben Taaladviezen
verongelukken / een ongeluk hebben
Verongelukken is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘om het leven komen bij een ongeluk’. Een synoniem is omkomen.
- Haar zoon is verongelukt toen hij twintig jaar was.
- De jonge wielrenner is verongelukt in de Ronde van Frankrijk.
In verband met vervoermiddelen is verongelukken standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘onbruikbaar worden door een ongeluk’.
- Bij de Lorelei zijn al veel schepen verongelukt door de gevaarlijke stroming.
- De verongelukte auto werd vanochtend opgemerkt door een vrachtwagenchauffeur.
Verongelukken is geen standaardtaal in de betekenis ‘een ongeluk hebben zonder daarbij om het leven te komen’. Correct is een ongeluk hebben of een ongeval hebben.
- Hij heeft een ongeluk gehad, maar er is gelukkig alleen blikschade.
- Toen ze met haar bedrijfsauto een ongeval had, heeft de verzekering van haar werkgever de schade vergoed.