Werkwoorden met her- (vervoegen)
Veel werkwoorden die met her- beginnen, zijn in de standaardtaal altijd onscheidbaar: bij de vervoegde vormen vormt her- altijd één woord met de rest van het werkwoord.
- Hij herriep zijn beslissing.
- Ze hervond haar koelbloedigheid.
Veel werkwoorden die met her- beginnen, hebben een onvolledige vervoeging in de standaardtaal: alleen de infinitief en het voltooid deelwoord komen voor.
- Hij wil zijn huis herinrichten. (infinitief)
- Hij heeft zijn huis heringericht. (voltooid deelwoord)
Werkwoorden met her- die zelf van een scheidbaar samengesteld werkwoord zijn afgeleid, zoals herinrichten, heropleven en heraanbesteden, worden in België soms wel scheidbaar vervoegd, ook door standaardtaalsprekers. Bijvoorbeeld: richtte herin, leefde herop, heraan te besteden. Toch is er een vrij grote groep taalgebruikers die dat gebruik afkeurt. Daarom is het niet duidelijk of zulke vervoegingen tot de standaardtaal in België gerekend kunnen worden. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn in elk geval formuleringen waarbij u het werkwoord met her- alleen als infinitief of voltooid deelwoord gebruikt. U kunt ook het voorvoegsel her- vervangen door bijvoorbeeld opnieuw, weer of nog eens.
- Ze heeft haar keuken heringericht.
- Het jongetje was helemaal aan het heropleven.
- Hij was van plan om het werk opnieuw aan te besteden.