Gedaan met laden. U bevindt zich op: zover / zo ver Taaladviezen

zover / zo ver

Zo ver wordt in twee woorden geschreven als er letterlijk een afstand in ruimte of tijd mee wordt uitgedrukt. Zo en ver krijgen dan allebei een klemtoon.

  • Alles wat ik wil, lijkt zo ver weg.
  • We gaan op vakantie in het noorden van Frankrijk: dat is niet zo ver rijden.
  • Het is de bedoeling dat de deelnemers zonder vliegtuig zo ver mogelijk raken.
  • De lagereschooltijd lijkt al zo ver weg!

Als de afstand minder letterlijk is, wordt zo ver vaak in twee woorden geschreven, maar aaneenschrijven is dan ook correct. Het gaat dan om een andere soort ‘voortgang’.

  • Ik vraag me af hoe ze zullen reageren als Arnold weggaat, maar zo ver / zover zijn we gelukkig nog niet.
  • Ik heb altijd gedacht dat Miet het zo ver / zover zou schoppen.
  • Waarom heeft ze het zo ver / zover laten komen?
  • Zo ver / zover ga ik nog wel met je mee.

Als de betekenis ‘afstand’ of ‘voortgang’ niet aanwezig is, schrijven we zover aan elkaar. Dat is het geval in enkele vaste combinaties, waarin er niet aan een afstand wordt gedacht. Het woord heeft dan een eenheidsklemtoon.

  • Eindelijk is het zover: onze nieuwe matras wordt geleverd. (= het moment is daar)
  • Ben je zover? (= Ben je klaar?)
  • Tot zover het verslag voor vandaag, morgen gaan we verder. (= tot daar)

Ook in de voegwoordelijke uitdrukkingen (voor) zover en voor/in zoverre wordt zover in één woord geschreven. De betekenis van die combinaties is ‘in de mate dat’, ‘alleen als’.

  • Voor zover we weten, is er geen bezwaar.
  • Je kunt aan de wedstrijd deelnemen voor zover er nog plaats is voor deelnemers.
  • Je kunt aan de wedstrijd deelnemen in zoverre er nog plaats is voor deelnemers.