Vakantie voor beginnende werknemers die nog geen vakantierechten hebben opgebouwd
Als u in de privésector werkt, hangt uw recht op betaalde vakantie af van het aantal dagen dat u in het kalenderjaar ervoor (het 'vakantiedienstjaar') hebt gewerkt. Als u in dat kalenderjaar het hele jaar hebt gewerkt, dan hebt u in uw vakantiejaar recht op de volledige vier weken betaalde vakantie. Hebt u bijvoorbeeld maar een half jaar gewerkt, dan hebt u recht op maar twee weken betaalde vakantie. Voor die vakantiedagen krijgt u ook vakantiegeld.
Als u als pas afgestudeerde snel aan het werk bent gegaan, dan hebt u tijdens uw eerste werkjaar in principe maar weinig vakantiedagen, omdat u in het kalenderjaar daarvoor niet of weinig gewerkt hebt. Om jonge werknemers toch de kans te geven vakantie te nemen, is het systeem van de jeugdvakantie ingevoerd. U kunt, ter aanvulling van uw onvolledige recht op de gewone betaalde vakantie, 'jeugdvakantiedagen' krijgen, zodat u toch vier weken betaalde vakantie hebt.
Voorwaarden
U hebt recht op jeugdvakantiedagen als u op 31 december van het jaar dat u afstudeerde:
- nog geen 25 jaar bent;
- en minstens één maand als loontrekkende gewerkt hebt.
U moet werk hebben als loontrekkende en alle gewone betaalde vakantiedagen waarop u recht hebt, al opgenomen hebben.
Financieel voordeel
Voor de jeugdvakantiedagen krijgt u een uitkering die betaald wordt door de werkloosheidsverzekering. Die uitkering bedraagt 65% van uw brutoloon op het moment dat u de eerste vakantiedag opneemt. Dat brutoloon is begrensd op 2.751,99 euro (cijfer 2023).
Regelgeving
Om jeugdvakantievakantiedagen aan te vragen, moeten u en uw werkgever bepaalde formulieren invullen. U kunt die vinden in uw uitbetalingsinstelling(opent in nieuw venster) of uw plaatselijke RVA-kantoor(opent in nieuw venster).