Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wijziging Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021: onroerend bezitsvoorwaarde, huurwaarborglening en berekening maximumpercentage jaarlijkse investeringsvolume woonmaatschappijen voor basiskoten en geconventioneerde huurwoningen

Wijziging Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021: onroerend bezitsvoorwaarde, huurwaarborglening en berekening maximumpercentage jaarlijkse investeringsvolume woonmaatschappijen voor basiskoten en geconventioneerde huurwoningen

Nota
Op voorstel van

Samenvatting

Naar aanleiding van het arrest van de Raad van State van 17 september 2024 (nr. 260.645) waarin werd geoordeeld dat de gelijkstelling van (kandidaat) sociale huurders met een volledig zakelijk recht en die met een gedeeltelijk zakelijk recht op een woning of bouwgrond in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, past de Vlaamse Regering principieel enkele bepalingen aan van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het gaat concreet om de onroerende bezitsvoorwaarde: wie volledige volle eigendom of volledig vruchtgebruik had van een woning of perceel bestemd voor woningbouw, werd geacht in zijn eigen woonbehoefte te kunnen voorzien. Dit betekende dat er geen sprake was van woonbehoeftigheid en dus ook geen noodzaak voor een sociale huurwoning. In uitzonderlijke gevallen werd vastgesteld dat (kandidaat-)huurders de onroerende bezitsvoorwaarden omzeilden door een klein deel van de eigendom weg te schenken of op een andere manier te vervreemden. Hierdoor voldeed men plots wel aan de onroerende bezitsvoorwaarden, aangezien er geen sprake meer was van een volledige eigendom. De aanpassing moet het misbruik van de regelgeving tegengaan, conform het arrest van de Raad van State. Daarnaast wordt de terugbetalingstermijn voor de huurwaarborglening verlengd van 24 naar 36 maanden; en wordt de berekening van het maximumpercentage van het jaarlijks investeringsvolume van woonmaatschappijen voor basiskoten en geconventioneerde huurwoningen aangepast. Over dit wijzigingsbesluit wordt het advies ingewonnen van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens en daarna van de Raad van State.