Ontdek alles over looptijd, inhoud, plaatsbeschrijving, registratie en nog veel meer
45 resultaten gevonden voor plaatsbeschrijving
Ontdek alles over looptijd, inhoud, plaatsbeschrijving, registratie en nog veel meer
Met een goed huurcontract en een goede plaatsbeschrijving kunt u heel wat problemen vermijden. De Vlaamse overheid biedt ook een aantal hulpmiddelen aan die u kunnen helpen om een kwaliteitsvolle woning te vinden tegen een correcte huurprijs. Voor wie een bescheiden inkomen heeft, zijn er bovendien een aantal huurpremies. Of misschien komt u wel in aanmerking voor een sociale huurwoning of geconventioneerde huurwoning.
De woonmaatschappij zorgt voor: een huurder en het huurcontract de opmaak van een plaatsbeschrijving en andere administratieve handelingen de inning van de huur en de stipte betaling aan de verhuurder, ook als de woning niet verhuurd is of de huurder niet betaald heeft de brandverzekering de organisatie van eventuele herstellings- en onderhoudswerkzaamheden (bv verwarmingsketel) voor rekening van de huurder toezicht op het onderhoud van de woning en geeft ze in dezelfde staat terug aan de verhuurder op het einde van de overeenkomst, rekening houdend met de normale slijtage ondersteuning van de huurder bij zijn rechten en verplichtingen. Een woonmaatschappij vraagt in ruil hiervoor aan de verhuurder geen commissieloon, maar wel een billijke huurprijs . Voordelen voor de eigenaar. Als u uw woning (geconventioneerd) verhuurt aan een woonmaatschappij voor een billijke huurprijs en de woning is conform aan de Vlaamse woonnormen (veiligheid, gezondheid, woningkwaliteit), dan kunt u in aanmerking komen voor een aantal premies en verminderingen. Lees meer over de verschillende voordelen. Huurgarantie. U moet niet langer wakker liggen van wanbetalingen of huurachterstallen. Niet de onderhuurder, maar de woonmaatschappij is verantwoordelijk voor de betaling van de huur. De woonmaatschappij garandeert u maandelijkse huurinkomsten voor de volledige looptijd van het huurcontract. Bovendien kunnen eigenaars die hun woning verhuren aan een woonmaatschappij, zich richten tot Wonen in Vlaanderen als de woonmaatschappij de huurprijs of huurschade niet betaalt aan hen. Dat kan via de doorbetalingsgarantie voor de huur of eventuele huurschade . Opgelet: deze doorbetalingsgarantie geldt niet als u geconventioneerde woningen verhuurt aan de woonmaatschappij. Onderhoud van de woning. Aangezien de woonmaatschappij uw huurder is, is het ook de verantwoordelijkheid van de woonmaatschappij om uw woning aan het einde van het contract in de oorspronkelijke staat (afgezien van de normale slijtage) terug te geven. Verlaagd tarief op de onroerende voorheffing. U komt in aanmerking voor het verlaagd tarief op de onroerende voorheffing voor verhuurders aan een woonmaatschappij. De vermindering wordt automatisch aangevraagd door de woonmaatschappij. Opgelet: dit geldt niet als u geconventioneerde woningen verhuurt aan de woonmaatschappij. Renovatiepremies. Als u uw woning wilt verbouwen of renoveren om die nadien te verhuren aan een woonmaatschappij, kunt u aanspraak maken op de Mijn VerbouwPremie . Als u voldoet aan bepaalde voorwaarden, kunt u in aanmerking komen voor de aanpassingspremie (voor aanpassingswerken voor 65-plussers). Tot en met 31 december 2018 was er nog een belastingvermindering voor verhuurders bij renovatiewerken aan woning verhuurd aan svk . Enkel uitgaven gedaan uiterlijk op 31 december 2018 kunnen in aanmerking genomen worden. Wie nog in aanmerking komt, kan gedurende een periode van 9 jaar van de vermindering genieten, voor zover aan alle voorwaarden voldaan is. Opgelet: dit geldt niet als u geconventioneerde woningen verhuurt aan de woonmaatschappij. Verlaagd btw-tarief bij nieuwbouw. U hebt recht op een verlaagd tarief bij nieuwbouw van 12% (in de plaats van 21%) als u als eigenaar de woning voor minstens 15 jaar verhuurt aan een woonmaatschappij. Opgelet: dit geldt niet als u geconventioneerde woningen verhuurt aan de woonmaatschappij. Gunsttarief registratierechten. Onder bepaalde voorwaarden kunt u een verminderd tarief voor de registratiebelasting (verkooprecht) krijgen bij de aankoop van een woning die bestemd is voor sociale verhuur. Opgelet: dit geldt niet als u geconventioneerde woningen verhuurt aan de woonmaatschappij. Gunsttarief regeling in de personenbelasting. Vroeger werd u voor de onderverhuring belast op de werkelijke huuropbrengsten: dat is sinds enkele jaren niet meer het geval. Net als bij de private huur, wordt u bij verhuring aan de woonmaatschappij belast op het geïndexeerde kadastraal inkomen. Geen risico op leegstandsheffing. Tijdens de looptijd van het huurcontract zorgt de woonmaatschappij er ook voor dat de woning verhuurd is. Als een huurder de woning verlaat, gaat de woonmaatschappij meteen op zoek naar een nieuwe huurder. Daardoor vermijdt u langdurige leegstand en de bijhorende leegstandsheffing. Professionele partner. U werkt samen met een professionele partner die veel ervaring heeft met het huren en verhuren van woningen. De woonmaatschappij neemt het beheer van uw woning over en volgt alle administratieve taken op (opmaken en registreren van het huurcontract, afsluiten brandverzekering, opmaken plaatsbeschrijving, ..). De woonmaatschappij staat ook in voor de begeleiding van de huurder. Geen gerechtelijke procedures. De woonmaatschappij is uw huurder en is dus ook verantwoordelijk voor alle huurdersverplichtingen. U heeft geen rechtstreeks contact met de onderhuurder, waardoor u ook geen risico loopt op langdurige gerechtelijke procedures. Dat risico valt volledig ten laste van de woonmaatschappij. Hoe verloopt de verhuring? Interesse? Lees dan zeker hoe de verhuur verloopt via een woonmaatschappij .
Definitieve vergoeding Vervolgens stelt de deskundige op basis van onder meer een plaatsbeschrijving en plaatsbezoek een verslag op met daarin zijn advies over de definitieve waarde van het te onteigenen goed of afzonderlijk zakelijk recht. In een laatste vonnis doet de vrederechter uitspraak over de definitieve onteigeningsvergoeding. Is die definitieve vergoeding lager dan de provisionele? Dan moet de onteigende persoon het te veel gestorte bedrag terugstorten. Is die definitieve vergoeding hoger dan de provisionele? Dan stort de Deposito- en Consignatiekas het nog verschuldigde bedrag op de rekening van elke partij die een provisionele vergoeding kreeg. Regelgeving
Plaatsbeschrijving. Bij het begin van de huur Beide partijen zijn verplicht samen een gedetailleerde plaatsbeschrijving op te maken: Doen huurder en verhuurder dat zelf, dan is de plaatsbeschrijving kosteloos. Beslissen ze samen een beroep te doen op een expert, dan zijn de kosten voor die expert te delen. Als beide partijen het niet eens raken over de procedure of over de keuze voor een expert, dan kan de vrederechter een onafhankelijke expert aanstellen. De rechter bepaalt dan wie de kosten van de expert moet dragen. Om geldig te zijn moet de plaatsbeschrijving opgemaakt worden voor het begin van de huur, of tijdens de eerste maand van de bewoning (daarna is het te laat), en moet het document gedateerd zijn en door beide partijen ondertekend. Aanpassingen tijdens de huur Als er tijdens de huur belangrijke aanpassingen aan de woning gebeuren, dan kan men een addendum bij de plaatsbeschrijving opmaken dat de nieuwe toestand beschrijft. Dat addendum is, net als de oorspronkelijke plaatsbeschrijving, te ondertekenen door beide partijen en ook te registreren. Op het einde van de huur Bij het einde van de huur moet de huurder de woning teruggeven in haar oorspronkelijke staat, zoals omschreven in de plaatsbeschrijving: die plaatsbeschrijving vormt dus het belangrijkste bewijs bij discussies over de staat van de woning en de teruggave van de huurwaarborg. Als er geen (geldige) plaatsbeschrijving is opgemaakt bij het begin van de huur zal men er van uitgaan dat de woning zich nog steeds in haar oorspronkelijke staat bevindt, bij gebrek aan bewijs van het tegendeel. Registratie van het contract. De verhuurder is verplicht een huurovereenkomst te laten registreren binnen de 2 maanden na sluiting van de huurovereenkomst. Die registratie is gratis. De kosten voor een laattijdige registratie zijn te betalen door de verhuurder. Ook de plaatsbeschrijving moet worden geregistreerd. Dat kan samen met het huurcontract, maar mag ook op een later tijdstip. De registratie van het huurcontract moet gebeuren bij het kantoor Rechtszekerheid (het vroegere registratiekantoor van de FOD Financiën) van de plaats waar het onroerend goed gelegen is of via de online toepassing MyRent . Onderhoud en herstellingen. Algemeen geldt dat de huurder de woning moet beheren 'als goede huisvader', en dus moet instaan voor kleine herstellings- en onderhoudsklussen. Grote herstellingen of vervanging van defecte toestellen zijn ten laste van de verhuurder, behalve als die kan aantonen dat de schade of het defect door de huurder zelf is veroorzaakt, bv. door verkeerd gebruik of gebrek aan onderhoud. Herstellingskosten voor schade door overmacht of slijtage door ouderdom kunnen nooit aan de huurder worden aangerekend. De huurder heeft wel een meldingsplicht: schade die door de verhuurder te herstellen is, moet hij tijdig melden aan de verhuurder, zodat die op tijd kan ingrijpen. Als de schade verergert doordat de huurder zijn meldingsplicht niet of te laat is nagekomen, moet hij zelf instaan voor de meerkost van het herstel of onderhoud. De Vlaamse Regering heeft een lijst opgesteld van kleine herstellingen waarvoor de huurder verantwoordelijk is . Bij betwisting over aansprakelijkheid is de vrederechter bevoegd. Einde en opzeg van de overeenkomst. De studentenhuurovereenkomst eindigt automatisch op de einddatum van het contract. De student of de verhuurder moet de huurovereenkomst niet opzeggen. De huurovereenkomst mag niet bepalen dat de huurovereenkomst stilzwijgend wordt verlengd. Als de partijen de lopende studentenhuurovereenkomst toch willen verderzetten, moeten ze dus een nieuwe huurovereenkomst sluiten. Als de student overlijdt, eindigt de huurovereenkomst automatisch op de eerste dag van de maand na op het overlijden. De huurder kan de overeenkomst wel vroegtijdig opzeggen: vóór de inwerkingtreding van het huurcontract De student kan de huurovereenkomst opzeggen nog voor de inwerkingtreding ervan. Als dat meer dan 3 maanden voor de aanvang van het huurcontract gebeurt, dan kan het kosteloos. Als de student de huurovereenkomst minder dan 3 maanden voor de startdatum opzegt, moet de student een opzegvergoeding van 2 maanden huur betalen. na het beëindigen van studies De student kan de huurovereenkomst opzeggen bij het stopzetten van de studies. Daarbij geldt altijd een opzegtermijn van 2 maanden, die begint op de eerste dag van de maand na de maand van de opzegging. De student moet zich uitschrijven bij de onderwijsinstelling en dat bewijs overmaken aan de verhuurder. bij het overlijden van één van de ouders De student kan de huurovereenkomst opzeggen als een van de ouders (of een andere persoon die instaat voor het levensonderhoud) overlijdt. Daarbij geldt altijd een opzegtermijn van 2 maanden, die begint op de eerste dag van de maand na de maand van de opzegging. Opgelet! De verhuurder mag de huurovereenkomst niet vroegtijdig opzeggen. Vrijgave van de huurwaarborg. Op het einde van de huur krijgt de huurder de waarborg en de interesten terug, tenzij er schade of huurachterstal is. De financiële instelling mag de waarborg alleen met een schriftelijk bewijs terugstorten. Staat de waarborg op een rekening van de verhuurder? Dan moet hij die binnen de 3 maanden na vertrek van de huurder terugstorten. Heeft de verhuurder de huurwaarborg cash bijgehouden of staat de huurwaarborg op een rekening van de verhuurder, dan moet hij niet alleen de huurwaarborg teruggeven, maar ook interesten. Bereken hier hoeveel interest je huurwaarborg heeft opgeleverd. Interpretatie regelgeving. Wonen-Vlaanderen maakte een document met vaak gestelde vragen over interpretatie en concrete toepassing van titel 3 van het Vlaams Woninghuurdecreet .
Dit kunnen kleine aanpassingen, zoals het plaatsen van een aarding of het voorzien van bijkomende verluchting, of uitgebreide renovatiewerken zijn. Zo’n renovatiewerken komen vaak in aanmerking voor Mijn VerbouwPremie van de Vlaamse overheid en/of een huur- en isolatiepremie . Conformiteitsattest Elke woning die verhuurd wordt aan een woonmaatschappij moet voldoen aan de minimale woningkwaliteitsnormen . Een conformiteitsattest is geen wettelijke verplichting (meer) bij het in huur nemen van een woning, maar bijna alle woonmaatschappijen nemen enkel woningen in huur waarvoor een conformiteitsattest werd afgeleverd. Dit attest reikt het agentschap Wonen in Vlaanderen uit na een positieve woningcontrole. Ook de gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband kan zo’n conformiteitsonderzoek uitvoeren als er op lokaal niveau een samenwerkingsprotocol is. Tijdens de woningcontrole gaat Wonen in Vlaanderen (of de gemeente) na of de woning voldoet aan deze minimale kwaliteitsnormen. Huurprijs. Woonmaatschappijen bieden u als eigenaar heel wat voordelen en zekerheden . De huurprijs die ze u betalen, is daardoor lager dan wat u op de private woningmarkt zult krijgen. Er zijn geen wettelijke bepalingen over de huurprijs die een woonmaatschappij aan u betaalt. De uiteindelijke huurprijs onderhandelt u met de woonmaatschappij. De woonmaatschappij houdt hierbij rekening met de staat en het comfort van de woning, de ligging, de grootte …. Huurcontract van minstens 9 jaar. Is uw woning in orde en wilt u verhuren aan de woonmaatschappij? Dan kunt u voor minstens negen jaar een huurcontract afsluiten. De woonmaatschappij brengt hiervoor alles in orde: zij stellen het huurcontract op, zorgen voor de plaatsbeschrijving en laten het contract tijdig registreren. Nu kunt u minstens negen jaar genieten van de talloze voordelen en zekerheden die een woonmaatschappij biedt.
Laat u een roetfilter plaatsen in uw auto? Die roetfilter moet een validatieverslag hebben, uitgereikt door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. U hebt een montageattest nodig, ingevuld door de garagist of door u. En u moet naar de autokeuring om de correcte plaatsing van de roetfilter te laten controleren.
De aanvraag bestaat uit het aanvraagformulier met een beschrijving van de aard van de dierproeven de gebruikte diersoorten de huisvesting en de lokalen het personeel dat instaat voor de verzorging van de dieren het personeel dat meewerkt aan de dierproeven het opleidingsniveau van de personeelsleden een overzichtsplan van de instelling met de functie van de verschillende lokalen Pas na een gunstige inspectie ter plaatse door de afdeling Dierenwelzijn, kan een erkenning toegekend worden. Het aanvraagformulier kunt u aanvragen bij de afdeling Dierenwelzijn . Opleidingen werken met proefdieren. Welke opleidingen over werken met proefdieren moet u volgen? Wetgeving. KB 29 mei 2013 Bescherming van proefdieren Bijlagen bij KB 29 mei 2013 proefdieren Besluit 17 februari 2017 Bescherming van proefdieren (wijzigingen)
Laadinfrastructuur voor bestelwagens met het oog op emissievrije stedelijke logistiek, op plaatsen die niet behoren tot het publiek domein. Laadinfrastructuur die valt onder Artikel 4, punt 1 van het ministerieel besluit. Het gaat om laadinfrastructuur voor normaal en hoog vermogen voor bestelwagens die niet publiek toegankelijk hoeft te zijn. Ze wordt hoofdzakelijk toegepast om stadskernen emissievrij te beleveren. Dit beperkt zich niet enkel tot centrumsteden. Onder bestelwagens vallen alle voertuigen die als hoofddoel hebben om goederen te vervoeren of diensten te leveren met een MTM lager dan 4,25 ton. Alle sectoren (afval, bouw, horeca, kleine leveringen B2B en B2C, food retail, non-food retail, servicediensten en installatie en facilitaire leveringen, ...) komen in aanmerking om gebruik te maken van deze oproep. Voorwaarden. De palen worden van groene stroom voorzien; bij het plaatsen en de uitbating van de oplaadpunten wordt rekening gehouden met het ‘do not significantly harm’ (DNSH, zie bijlagen); de laadinfrastructuur wordt voornamelijk aangewend voor voertuigen die bestemd zijn voor emissievrije belevering van stedelijke kernen. Voorbeelden. Enkele voorbeelden zijn laadpunten voor bestelwagens in stadsrandmagazijnen en laadpunten voor pakketdiensten waarbij er een duidelijke link kan aangetoond worden met de belevering van een kerngebied van een stad. Ook laadpunten voor bestelwagens van stadsdiensten en bouwbedrijven komen in aanmerking. Laadinfrastructuur voor hoog vermogen voor bestelwagens met oog op emissievrije stedelijke logistiek, op het publiek domein; waarbij er al dan niet een privaatrechtelijke rechtspersoon is die een zakelijk recht heeft op een deel van het publiek domein. Laadinfrastructuur die valt onder Artikel 4, punt 2 van het ministerieel besluit. Het gaat om publieke laadinfrastructuur voor normaal en hoog vermogen voor bestelwagens. Ze wordt hoofdzakelijk toegepast om stadskernen emissievrij te beleveren. Dit beperkt zich niet enkel tot centrumsteden. Onder bestelwagens vallen alle voertuigen die als hoofddoel hebben om goederen te vervoeren of diensten te leveren met een MTM lager dan 4,25 ton. Alle sectoren (afval, bouw, horeca, kleine leveringen B2B en B2C, food retail, non-food retail, servicediensten en installatie en facilitaire leveringen, ...) komen in aanmerking om gebruik te maken van deze oproep. De laadinfrastructuur bevindt zich op een terrein waarbij er al dan niet een privaatrechtelijke rechtspersoon is, die een zakelijk recht heeft op een deel van het openbaar domein; Voor locaties die eigendom zijn van Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is toelating nodig van de concessionaris. Deze stemt voorafgaand aan het indienen de plannen af met AWV. Voorwaarden. alle gebruikers van elektrische voertuigen kunnen er via een ad-hoc oplaadmogelijkheid laden, zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant; de principes van interoperabiliteit met betrekking tot de uitbating en marktconforme prijzen worden gerespecteerd; de palen worden van groene stroom voorzien; de statische en dynamische informatie over de oplaadpunten wordt gedeeld door middel van beheersystemen die een digitale gegevensuitwisseling mogelijk maken; bij het plaatsen en de uitbating van de oplaadpunten wordt rekening gehouden met het ‘do not significantly harm’ (DNSH, zie bijlagen); er is een principiële goedkeuring voor het plaatsen en uitbaten van de laadinfrastructuur van de beheerder of de concessiehouder van het domein; de laadinfrastructuur wordt voornamelijk aangewend voor voertuigen die bestemd zijn voor emissievrije belevering van stedelijke kernen. Laadinfrastructuur voor normaal en hoog vermogen voor elektrische vrachtwagens en bussen op openbaar domein. Laadinfrastructuur die valt onder Artikel 4, punt 3 van het ministerieel besluit. De laadinfrastructuur bevindt zich op een terrein waarbij er al dan niet een privaatrechtelijke rechtspersoon is, die een zakelijk recht heeft op een deel van het openbaar domein; Voor locaties die eigendom zijn van Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is toelating nodig van de concessionaris. Deze stemt voorafgaand aan het indienen de plannen af met AWV. Laadinfrastructuur voor bussen in eigendom van De Lijn komt niet in aanmerking. Voorwaarden. alle gebruikers van elektrische voertuigen kunnen er via een ad-hoc oplaadmogelijkheid laden, zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant; de principes van interoperabiliteit met betrekking tot de uitbating en marktconforme prijzen worden gerespecteerd; de palen worden van groene stroom voorzien; de statische en dynamische informatie over de oplaadpunten wordt gedeeld door middel van beheersystemen die een digitale gegevensuitwisseling mogelijk maken; bij het plaatsen en de uitbating van de oplaadpunten wordt rekening gehouden met het ‘do not significantly harm’ (DNSH, zie bijlagen); er is een principiële goedkeuring voor het plaatsen en uitbaten van de laadinfrastructuur van de beheerder of de concessiehouder van het domein. de laadinfrastructuur wordt voornamelijk aangewend voor het opladen van batterij-elektrische vrachtwagens en/of bussen. Voorbeelden. De laadinfrastructuur kan gelegen zijn op terreinen van openbare besturen of openbaar domein in industrie- en havengebieden. Enkele voorbeelden zijn laders op laadpleinen, nabij rustplaatsen en dienstenzones voor vrachtwagens die een link hebben met logistieke activiteiten. Laadinfrastructuur voor normaal en hoog vermogen voor elektrische vrachtwagens en bussen op privaat domein. Laadinfrastructuur die valt onder Artikel 4, punt 4 van het ministerieel besluit. Hieronder valt laadinfrastructuur op privaat domein die gebruikt wordt door vrachtwagens en/of bussen. Laadinfrastructuur voor bussen in eigendom van De Lijn komt niet in aanmerking. Voorwaarden. alle gebruikers van elektrische voertuigen kunnen er via een ad-hoc oplaadmogelijkheid laden, zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant; de principes van interoperabiliteit met betrekking tot de uitbating en marktconforme prijzen worden gerespecteerd; de palen worden van groene stroom voorzien; de statische en dynamische informatie over de oplaadpunten wordt gedeeld door middel van beheersystemen die een digitale gegevensuitwisseling mogelijk maken; bij het plaatsen en de uitbating van de oplaadpunten wordt rekening gehouden met het ‘do not significantly harm’ (DNSH, zie bijlagen). de laadinfrastructuur wordt voornamelijk aangewend voor het opladen van batterij-elektrische vrachtwagens en/of bussen. Voorbeelden. Zowel laders exclusief in dienst van de eigen vloot (bijv. depotladers) als laders voor partners (bijv. opportunity chargers bij laad-en loskaaien) of externen komen in aanmerking. Subsidiebedrag. De maximale subsidie per project bedraagt 300.000 euro . Daarmee kunnen investeringen worden vergoed voor de plaatsing en slimme aansluiting van laadinfrastructuur en dit aan 20% van de kosten met een maximum van 1.000 euro per gerealiseerde charge point equivalent (CPE) . Hoe worden de CPE’s bepaald? Een laadpaal met een beperkt vermogen (3-11 kW) komt overeen met 1 CPE. Bij een laadpaal met een hoger vermogen (22kW) zijn dat 2 CPE, bij een AC-snellaadpunt (43 kW) zijn dat 4 CPE, bij een DC-snellaadpunt (50 kW tot minder dan 150 kW) zijn dat 5 CPE en bij een ultrasnellaadpunt (150 kW en meer) zijn dat 10 CPE. Een laadpaal van 300 kW telt voor 20 CPE. Indien er bij snelladers meerdere laadpunten aan één laadpaal zijn, telt het aantal CPE per punt, maar enkel voor die punten waaraan gelijktijdig kan worden geladen en waar daar ook parkeerruimte voor voorzien is. Daarbij wordt ook het piekvermogen van de laadpaal in overweging genomen (bv. een ultrasnellader van 300 kW met twee laadpunten van 150 kW telt voor 20 CPE). Welke kosten komen in aanmerking? Alleen de investeringskosten voor de plaatsing en slimme aansluiting van laadinfrastructuur komen in aanmerking voor projectsteun. We hebben het dan over de laadinfrastructuur zelf, de bekabeling, een eventuele verzwaring en de nodige aanpassing van de elektriciteitsinstallatie en de plaatsingskosten. Voor projecten rond laadinfrastructuur voor vrachtwagens komen eveneens het reservatiesysteem en de bijhorende fysieke barrières om parkeerplaatsen te reserveren in aanmerking. Welke kosten komen niet in aanmerking? Studie-, overhead-, exploitatie- en operationele kosten komen NIET in aanmerking. Verder zijn ook de kosten voor alle grondwerken, die niet rechtstreeks nodig zijn voor het plaatsen van de laadpaal, uitgesloten. De kosten voor het aanbrengen van signalisatie en voor de (her)aanleg van parkeerplaatsen zijn eveneens uitgesloten. Ook de kosten voor de aanleg van pv-installaties komen niet in aanmerking. Termijnen. De projectoproep volgt deze procedure: Projecten worden ingediend ten laatste op 31 maart 2023 . Het Departement MOW beoordeelt de projecten en doet een voorstel m.b.t. de selectie van projecten die ondersteund kunnen worden. De minister beslist over de te subsidiëren projecten. De geselecteerde projecten worden in een kennisgeving bekendgemaakt ( naar verwachting in mei 2023 ). De projecten vangen ten laatste 3 maanden na de kennisgeving aan (een afwijking is mogelijk mits afdoende motivatie). De projecten worden afgerond maximaal 24 maanden na de kennisgeving . De projectuitvoerder voorziet in een eindrapport. Enkel projecten die gerealiseerd worden in het Vlaamse Gewest na 31 maart 2023 komen in aanmerking voor de projectsubsidies. Dit betekent dat enkel de uitgevoerde werken, gemaakte kosten en gedane betalingen van na 31 maart 2023 in aanmerking komen voor de berekening van de projectsubsidies. Uitgevoerde werken, gemaakte kosten en gedane betalingen van vóór de kennisgeving kunnen niet in rekening worden gebracht . Voorbereidende stappen, zoals het aanvragen van een vergunning, toestemming bekomen van de eigenaar of concessionaris kunnen wel al gezet worden. De projecten hebben een maximale looptijd van 2 jaar, te rekenen vanaf de kennisgeving van de selectie van het project. Voor projectvoorstellen die ingediend werden bij de CPT-project call die afgesloten werd op 15 september 2022, kunnen uitgaven gedaan worden vanaf 23 december 2022. Beoordeling. Beoordeling van de projecten De projecten die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het ministerieel besluit worden beoordeeld op basis van: bijdrage aan de doelstellingen uit het beleidskader; de haalbaarheid en resultaatgerichtheid. Deelname aan onderzoek De indieners van steunaanvragen stemmen ermee in om ten laatste in 2025 deel te nemen aan een onderzoek naar het gebruik van de laadinfrastructuur, onder meer met het oog op het delen van best practices. Ze stellen daartoe de noodzakelijke data, waaronder gebruiksdata, ter beschikking. Commercieel gevoelige informatie zal hierbij vertrouwelijk worden behandeld. Projectaanvraag indienen. Alle aanvragen worden per mail ingediend . Het is belangrijk om het formulier volledig en correct in te dienen en alle gevraagde informatie aan te leveren . Aanvragen die omwille van onduidelijke en onvolledige informatie niet beoordeeld kunnen worden, komen niet in aanmerking voor steun. Aanvragen worden pas als volledig beschouwd als het aanvraagformulier samen mét alle gevraagde bijlagen ingediend zijn. U ondertekent het formulier digitaal met een geavanceerde handtekening. Dat kan bijvoorbeeld met ‘Adobe Sign’. Vervolgens stuurt u het ondertekende aanvraagformulier samen met alle bijlagen in één mail naar: cpt.subsidieaanvraag@mow.vlaanderen.be . Bekijk goed onder welke categorie uw project valt zodat u weet welke informatie en bijlagen opgevraagd worden. Algemene info over het project. De start- en opleverdatum van het project en een eventuele motivatie om het project later te starten dan 3 maand na de kennisgeving van de goedkeuring. Let er op dat je een realistische einddatum voor oplevering opgeeft. De opleverdatum geldt ook als indienmoment van het eindrapport. Specifieke info over het project. Specifieke info over het project wordt ingevuld op het aanvraagformulier . Het gaat om: Een beschrijving van de activiteiten waarvoor de laadinfrastructuur zal worden aangewend. Een beschrijving van de activiteiten die zich afspelen binnen de kerngebieden van steden en gemeenten indien u indient onder de categorie ‘emissievrije belevering van stedelijke kernen’ Een beschrijving van het wagenpark dat gebruik zal maken van de infrastructuur; Een beschrijving van de afstemming van de laadcycli op de logistieke activiteiten of busactiviteiten; Een beschrijving van de externe gebruikers die u voor ogen hebt, en een overzicht van de momenten (per uur per dag) ze toegang hebben tot de laadinfrastructuur. Bijlagen. Aansluitend aan het formulier worden volgende bijlagen voorzien:. Bijlage 1 – Detailbeschrijving van de infrastructuur en plan van aanpak (max. 10 pagina’s). een gedetailleerde beschrijving van de te plaatsen oplaadpunten (aantallen, vermogen, wijze van (slimme) aansturing, …); een plan op schaal met de locatie van de laadpunten en de ligging van de nabijgelegen bewoning en of verkeersinfrastructuur; Een duidelijk inplantingsoverzicht van de laadpalen, aangevuld met foto’s en satellietfoto’s die voorzien zijn van een duidelijke legende; een plan van aanpak met duidelijke timing. Bijlage 2 – Excelbestand overzicht vermogen- en locatiegegevens laadpunten. Het ingevulde Excelsjabloon met het overzicht van de locatiegegevens van de laadpunten en de bijhorende vermogens. Het bestand is terug te vinden in de online toelichting. Bijlage 3 – DNSH-verklaring. Ondertekende verklaring ‘Do Not Significantly Harm’. Bijlage 4 – Projectbegroting. Een projectbegroting omvat offertes en een overzicht van de geraamde uitgaven en inkomsten per jaar. De projectbegroting moet sluitend zijn. Bijlage 5 – Technische fiches. Technische fiches van alle relevante componenten van de projectaanvraag. Bijlage 6 – Goedkeuring door eigenaars van betrokken terreinen. Ondertekende goedkeuringen door eigenaars van betrokken terreinen. Indien van toepassing de ondertekende goedkeuring door de beheerder (bijvoorbeeld AWV, gemeente, …) en /of concessionaris van het terrein. Bijlage 7 – Statuten van de vereniging. Onder deze bijlage voegt u de huidige statuten (indien mogelijk, in een gecoördineerde versie) van uw vereniging en de verschillende projectpartners bij. Bijlage 8 – Engagementsverklaringen partnerorganisaties. Tenzij de verschillende partnerorganisaties dit formulier mee ondertekenen, voegt u onder deze bijlage hun engagementsverklaringen toe. Deze engagementsverklaringen omvatten een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende partners. Bijlage 9 – Achtergrondinformatie over de indieners. Deze beknopte bijlage toont aan dat de indieners de nodige kennis in huis hebben om het project uit te voeren en/of geeft informatie over gelijkaardige projecten die de huidige aanvraag vooraf gingen. Bijlage 10 – Volmachten. Een volmacht van de ondertekenaar om de organisatie te vertegenwoordigen. Bijlage 11 – Overige relevante documenten. Indien van toepassing kunt u nog toevoegen (niet limitatief): een ‘letter of intent’ van een klant; een aankoopbewijs van elektrische bestel- of vrachtwagens een samenwerkingsovereenkomst tussen de projectindiener en een partner, etc. Ministrieel besluit. Aan de basis voor de CPT-call 2023 ligt dit ministerieel besluit . Vragen? Vragen kunt u stellen via het e-mailadres cpt.subsidieaanvraag@mow.vlaanderen.be .
Het goed. Gemeente Oostkamp Adres Fonteinstraat 30 en Maciebergstraat Type Een site met opstaande schoolgebouwen en aanhorigheden Kadaster Afdeling 3 Sectie H percelen 787D3 K.I. Eigenaars Het GO! Beschrijving Een site met opstaande schoolgebouwen en aanhorigheden, gelegen Fonteinstraat 30 en Maciebergstraat, gekadastreerd volgens recent uittreksel uit de kadastrale legger sectie H nummer 787 D 3 P0000 met een totale oppervlakte volgens kadaster van één hectare zeventien are negenendertig centiare (1ha 17a 39ca). Oppervlakte 1ha 17a 39ca Bebouwde oppervlakte nuttige oppervlakte vloeroppervlakte Samenstelling Omgeving Stedenbouw woongebied Bodemattest blanco EPC waarde AREI-attest Ligging Fonteinstraat 30 en Maciebergstraat Staat Voorzieningen Toegang Lasten Gebruik. De verkoop. Type Verkoop uit de hand bij opbod Datum dinsdag 6 september 2022 Plaats op de site Prijs Minimumbod 2.350.000,00 euro Kosten Ontvangen bod Datum indienen bod Voorwaarden bieding. Bezoeken. Dagen, datum, uren, contact aanvragen via Wim Speecke, Projectleider Vastgoed bij Scholengroep Impact: wim.speecke@scholengroepimpact.be of 0476/78.23.86. Documenten