Gedaan met laden. U bevindt zich op: Plaatsbezoek voor EPC NR door een energiedeskundige type D Opmaak van een EPC NR

Plaatsbezoek voor EPC NR door een energiedeskundige type D

Vooraleer een energiedeskundige een EPC kan opmaken, moet een inspectie ter plaatse gebeuren.

De inspectie focust hierbij op 3 pijlers:

  • gebouw
  • energiestromen (inclusief meters en metingen)
  • opwekkers.

Bij de opmaak van het certificaat wordt de energieprestatie van het gebouw geëvalueerd. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met de kwaliteit van de uitvoering van de (renovatiewerken aan het) gebouw, zoals vochtproblemen, luchtkwaliteit, defecte installaties, houtrot, …

Vooronderzoek

Voorafgaand aan het plaatsbezoek kunt u zich best al een beeld vormen over de opdracht op basis van beschikbare kaartgegevens en satellietbeelden. Daarnaast is het aangeraden de indeling in gebouwen en gebouweenheden in het gebouwenregister (Geopunt.be)(opent in nieuw venster) te bekijken.

Als het gaat om een site met meerdere gebouweenheden, heeft de eigenaar de keuze om de eenheden te bundelen in 1 opdracht, of toch een opdracht per eenheid op te maken. U kunt hem hier het best al op voorhand bij adviseren.

Ten slotte is het ook mogelijk dat u tot de conclusie komt dat er geen EPC nodig is (bijv. de eenheid blijkt geen niet-residentiële bestemming te hebben), of dat het toegelaten is een EPC kNR op te maken. Ook hierover informeert u de eigenaar zo snel mogelijk.

Maak dus vooraf steeds duidelijke afspraken en bewaar het verslag of de conclusie van het vooronderzoek.

Inspectie van het gebouw

Tijdens het plaatsbezoek inspecteert u alle gebouweenheden waarvoor een EPC NR dient opgemaakt te worden. Op basis van paragraaf II.7.2.3 van het Inspectieprotocol(PDF bestand opent in nieuw venster) bepaalt u het beschermde volume van elke eenheid. Zodra de grenzen van de beschermde volumes vastgelegd zijn, inspecteert u de schildelen (gevels, daken, ramen, …) die elk beschermd volume begrenzen. Een belangrijke factor bij het bepalen van de energiescore is hoe goed de eenheid geïsoleerd is. Op basis van visuele vaststellingen en eventuele bewijsstukken inspecteert u dus de samenstelling van de verschillende schildelen. Bewijsstukken en verder (destructief) onderzoek zijn heel belangrijk bij het achterhalen van de eigenschappen.

Inspectie van de technische installaties, inclusief opwekkers

Naast de gebouwschil hebben ook de technische installaties een grote invloed op de energiescore van het gebouw(deel). Inventariseer alle opwekkers, zowel diegene die vereist zijn voor het energielabel, als diegene die vereist zijn voor de bepaling van de energiescore, dus ook bijv. elektrische weerstandsverwarming en verlichting. Inspecteer vervolgens de eigenschappen van alle aanwezige warmte- en koude-opwekkers, de afgifte-elementen, de productie van het sanitair warm water en de afnamepunten, de ventilatie, de zonneboiler(s), de verlichting en toestellen voor bevochtiging voor de bepaling van de energiescore.

Inspectie van energiestromen en meters

Het energielabel wordt bepaald op basis van het gemeten totale energiegebruik. Om dit correct te bepalen moet u bepalen welke energiestromen binnenkomen en terug buiten gaan en welke stromen worden opgemeten. Dit kan vastgesteld worden bij inspectie van het gebouw, bijv. wanneer een nutsmeter van elektriciteit wordt vastgesteld is er een aansluiting op het elektriciteitsnet (inkomende energiestroom). Naast de inspectie kan informatie van de energiestromen en -meters gewonnen worden uit hydraulische schema’s, factuurgegevens,…

Praktisch

  • Neem veel foto’s tijdens uw plaatsbezoek, zowel overzichts- als detailfoto’s. Een EPC-projectdossier bevat al snel vele tientallen foto’s. De foto’s helpen achteraf ook uw geheugen bij de opmaak van het EPC in de EPC-software.
  • Verifieer of alle bewijsstukken voldoen aan de algemene voorwaarden zoals vastgelegd in deel I.4.2 van het Inspectieprotocol(PDF bestand opent in nieuw venster).
  • Sla uw foto’s digitaal op in een map per inspectie. Door toelichtingen in de titels en/of in een bijgevoegd document toe te voegen, beschikt u over informatie m.b.t. de genomen foto’s, wat handig is bij een controle maar ook wanneer u (jaren) later het fotografisch dossier opnieuw raadpleegt.
  • Stel uw grafisch dossier zo snel mogelijk na uw plaatsbezoek op. Ga na of u over alle gegevens beschikt en of het dossier volledig is.
  • Controleer of u invoergegevens kunt aantonen met een aanvaard bewijs. Doe de nodige opzoekingen bij de fabrikant of erkende online bronnen.
  • Hou een screenshot bij als u bijv. de EPBD-databank, de site van het Verbond van de glasindustrie of andere aanvaarde digitale bronnen raadpleegt.