Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vlaams Actieplan Armoedebestrijding

Vlaams Actieplan Armoedebestrijding

Armoede is niet enkel een kwestie van inkomen. Het onvoldoende kunnen waarmaken van diverse rechten zoals het recht op wonen, gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, … speelt minstens een even grote rol.

Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2025-2029

De Vlaamse Regering keurde op 26 september 2025, op voorstel van minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen, het Vlaams actieplan armoedebestrijding(opent in nieuw venster) goed.

Dit actieplan verzamelt de acties van de verschillende Vlaamse ministers omtrent armoedebestrijding voor de komende legislatuur. Het vertrekt van een omgevingsanalyse die als bijlage bij het plan is gevoegd.

De beleidsmaatregelen zijn verzameld in 5 grote hoofdstukken:

  1. Activering en ondersteuning naar werk
  2. Kansen creëren voor kinderen en jongeren
  3. Betaalbaar en duurzaam wonen voor iedereen
  4. Strijd tegen onderbescherming
  5. Participatie aan de samenleving en het beleid

De bevoegde vakministers zijn verantwoordelijk voor de invulling van de acties, de opvolging en de uitvoering ervan, het participatieve proces met relevante stakeholders, het tijdspad voor de uitvoering en het bepalen van budget en indicatoren voor opvolging.

De oplijsting van acties in het VAPA is niet-exhaustief. Het veel ruimere beleid binnen elk vakdomein wordt beschreven in de beleidsnota’s en beleids- en begrotingstoelichtingen (BBT) van de bevoegde ministers, vanzelfsprekend bevat dit ook sociale en armoede bestrijdende maatregelen. Deze worden niet integraal hernomen in het VAPA om onnodige planlast te vermijden en een goede efficiënte opvolging van het VAPA te faciliteren.

Als tweede bijlage is een lijst met dossiers gevoegd waarvoor deze legislatuur een armoedetoets in het vooruitzicht wordt gesteld. De bevoegde vakministers zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en planning van de armoedetoetsen binnen hun beleidsdomein. Deze lijst is niet limitatief en kan aangevuld worden.

Wettelijke basis

Het armoededecreet(opent in nieuw venster) (art. 5) en het uitvoeringsbesluit(opent in nieuw venster) (art. 2 tot en met 5) bepalen de wettelijke basis van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding. De Vlaamse Regering stelt binnen twaalf maanden na haar aantreden een actieplan armoedebestrijding op dat loopt over een periode van vijf jaar.

Het actieplan is zo opgebouwd dat minstens de basisrechten, vermeld in het Algemeen Verslag over de Armoede, worden gerespecteerd: het recht op participatie, maatschappelijke dienstverlening, gezin, rechtsbedeling, cultuur, inkomen, onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg.

Het actieplan omvat minstens de volgende onderdelen:

  1. de beschrijving van de algemene visie op het Vlaamse armoedebestrijdingsbeleid;
  2. de situering van het Vlaamse armoedebestrijdingsbeleid binnen het nationale en het Europese armoedebestrijdingsbeleid;
  3. de geformuleerde doelstellingen op lange en op korte termijn binnen elk beleidsdomein;
  4. de concrete beleidsacties;
  5. het tijdpad, opgesteld voor de uitvoering;
  6. de opgave van de indicatoren om de voortgang te meten;
  7. de ingezette instrumenten.

Het actieplan komt tot stand met participatie van de doelgroepen, in partnerschap met het Vlaams Netwerk. Andere maatschappelijke actoren en adviesorganen kunnen eveneens bij de opmaak van het actieplan betrokken worden.

De coördinerende minister legt het actieplan binnen twaalf maanden na het aantreden van de Vlaamse Regering ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering bezorgt het actieplan uiterlijk een maand later aan het Vlaams Parlement.

De Vlaamse Regering deelt tweejaarlijks aan het Vlaams Parlement een rapport mee over de voortgang van de uitvoering van het actieplan. Dat voortgangsrapport bevat per beleidsdomein de opgave van de voortgang van de beleidsacties en het jaarverslag van de werking van het permanente armoedeoverleg. De coördinerende minister legt het voortgangsrapport tweejaarlijks voor 1 april voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering bezorgt het voortgangsrapport tweejaarlijks voor 1 mei aan het Vlaams Parlement.

Twee jaar na de inwerkingtreding van het actieplan wordt het actieplan geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Die bijsturing omvat het voortgangsrapport, een analyse van gewijzigde maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor het armoedebestrijdingsbeleid en de nieuwe initiatieven binnen elk beleidsdomein, met opgave van het tijdpad en de indicatoren om de voortgang te meten.

De coördinerende minister legt het bijgestuurde actieplan samen met het voortgangsrapport, voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering bezorgt het bijgestuurde actieplan samen met het voortgangsrapport aan het Vlaams Parlement.

Iedere Vlaamse minister wijst binnen zijn beleidsdomein één of meer aandachtsambtenaren voor armoedebestrijding aan, die verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding en de voortgangscontrole van het actieplan.