Dit was Route roBUSt 2025
Deze zomer bracht Route roBUSt onze leden naar klimaatbestendige voorbeeldprojecten in de provincies Limburg, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. Samen ontdekten we er hoe steden en gemeenten omgaan met droogte, wateroverlast en hittestress – met aandacht voor natuur, bewoners en toekomstgericht ontwerp. We ontmoetten de opdrachtgevers, ontwerpers, uitvoerders en bewoners van deze projecten en gingen in dialoog met hen en met de andere deelnemers. Kortom, Route roBUSt 2025 was een unieke kans om te leren van de praktijk – en om samen te bouwen aan een klimaatbestendige omgeving!
Limburg
Welke projecten bezochten we?
‘Ter Dauten’ betreft de herontwikkeling van gesaneerde, vervuilde gronden van een oude steengrindwasserij in Diepenbeek naar een duurzame wijk met 96 lage-energie-woningen.
Het terrein van 5,3 ha in Lutselus is omringd door traditionele verkavelingen, ligt op 2,95 km van het treinstation en de kern van Diepenbeek. De verschillende partners zijn: Groep Machiels als eigenaar met Vestio nv als investeerder & studiebureau Geosted, de gemeente Diepenbeek, Hasselts Huisvestigingsmaatschappij Hacosi, Infrax en DUBO Limburg. De opzet was om met dit project alle thema’s van duurzaamheid met betaalbaar wonen in houtskeletbouw te combineren.
De Dautenbeek wordt terug opengelegd met natuurlijke oevers en een helofytenveld. Er werd een mix van woningen in een autoluwe wijk gerealiseerd. Het conceptplan was de basis voor de opmaak van een RUP en een haalbaarheidsstudie. Daarbij worden de mogelijkheden rond gemeenschappelijke nutsvoorzieningen, alternatieve energie, biogas, recycling grijs water, green urbanism en CO2-neutraliteit verder onderzocht.
De Stiemervallei in Genk ondergaat een indrukwekkende transformatie. Wat ooit een gekanaliseerde beek in een verwaarloosd landschap was, groeit nu uit tot een levendige, toegankelijke en ecologisch waardevolle vallei. Met het masterplan uit 2019 pakt Stad Genk de uitdagingen van watervervuiling, biodiversiteitsverlies en klimaatverandering integraal aan.
Dankzij innovatieve ingrepen zoals een parallelle waterloop, nieuwe biotopen en waterbufferzones wordt de natuurlijke dynamiek hersteld en krijgt flora en fauna opnieuw de ruimte. Tegelijkertijd investeert de stad in groene infrastructuur, wandel- en fietsroutes, recreatieplekken en educatieve zones.
De Stiemervallei verbindt niet alleen stadswijken, maar ook mens en natuur. Het is een toekomstgericht voorbeeld van hoe stedelijke ontwikkeling en klimaatadaptatie hand in hand kunnen gaan.
Door de klimaatverandering kampt Genk met toenemende droogte en intense regenbuien, wat leidt tot watertekorten, overstromingen en vervuiling van de Stiemerbeek. Met het proefproject Waterrijk Waterschei test Stad Genk duurzame, natuurgebaseerde oplossingen om water beter vast te houden, zowel op openbaar als privaat domein.
In de wijk Waterschei worden in 2024 zes publieke locaties onthard en vergroend, zodat water beter kan infiltreren en de leefomgeving aangenamer wordt. Tegelijk worden bewoners actief betrokken via gesprekken en acties die hen stimuleren tot wateropvang en vergroening op hun eigen terrein.
Het project dient als experiment voor bredere toepassing in Genk en als inspiratie voor Vlaams waterbeleid.
De Evence Coppéelaan in Genk is volledig heringericht tot een veilige, groene en klimaatbestendige stadsboulevard. Wat ooit een brede autoweg was, is nu een aantrekkelijke verbinding tussen het centrum en C-mine, met veel ruimte voor wandelaars en fietsers, veilige oversteken en groenbufferzones.
In totaal werd ruim 41.000 m² verharding opgebroken en vervangen door graslanden, bomen en waterdoorlatende verharding. Naast de aanleg van ventwegen en strategisch geplaatste parkeerzones, is ook sterk ingezet op efficiënt waterbeheer: gescheiden riolering, infiltratievoorzieningen en wadi’s zorgen voor een buffercapaciteit van ruim 1.400 m³.
Met deze grootschalige ontharding, vergroening en slimme wateraanpak geldt de Evence Coppéelaan als een voorbeeldproject voor duurzame stadsvernieuwing in Vlaanderen.
Het centrum van Genk was jarenlang een van de meest verharde plekken van de stad, maar sinds 2021 werkt de stad samen met ontwerpbureau Bas Smets aan een ambitieuze vergroening van de drie centrale pleinen: de Grote Markt, het Sint-Martinusplein en het Stadsplein.
Fase 1 is inmiddels voltooid: de voormalige Grote Markt werd omgevormd tot een groene markt met een stadsbos, speelzone en schaduwrijke zitplekken. Daarbij werd 30% van de verharding verwijderd en zorgen bomen op en rond de terrassen voor verkoeling en een aangename sfeer.
De heraanleg van het Sint-Martinusplein start in september 2024, en de vernieuwing van het Stadsplein volgt na 2025. Zo verandert Genk haar versteende centrum stap voor stap in een levendige, groene ontmoetingsplek.
West-Vlaanderen
Welke projecten bezochten we?
Kortrijk onthardde met het project Groeningepark de 2700 m² grote asfaltoppervlakte van de parking langs de Groeningelaan. Het project maakt de stad leefbaarder en klimaatrobuuster op verschillende vlakken: vergroening door het groene lint van de Kortrijke binnenstad te verbinden, reorganisatie van de mobiliteit en waterbeheersing. Het park is ingericht als een stadstuin voor iedereen. Er is een overgang van een stedelijk naar een natuurlijk karakter en van intensief naar extensief beheer. Het ontwerp streeft naar een hoge biodiversiteit. Het hemelwater van de omliggende verharding stroomt af naar de ontharde, groene zones en bij hevige neerslag naar de infiltratiebuffer, een lagergelegen waterspeelzone als ontmoetingsplek. Het regenwater van het woonzorgcentrum wordt opgevangen in een regenwaterput. De handpomp is aangesloten op de regenwaterput en kan gebruikt worden als speelelement. Het project verbindt het groene lint van de Kortrijkse binnenstad. Winnaar van de Prijs Publieke Ruimte 2024.
De transformatie van de Bankbeekstraat is een belangrijke stap in het verbeteren van het blauwgroene netwerk van Gullegem. Deze straat sluit aan op de grote groene publieke ruimte van een nabijgelegen wijk en, indirect, op het provinciedomein ‘Bergelen’ iets verderop. Hierdoor vormt de Bankbeekstraat een cruciale schakel in het netwerk van trage en groene verbindingsassen in de gemeente.
Het project ‘Herinrichting parking Bankbeekstraat’ werd opgezet met de bedoeling de straat niet enkel vanuit het perspectief van de parking te herbekijken, maar in de bredere context van de omgeving. De Bankbeekstraat was oorspronkelijk een bijna volledig verharde, veel te brede straat, zoals zoveel andere straten in Vlaanderen. Centraal, ter hoogte van de hoofdingang van de begraafplaats, bevond zich een grote parking die bijna uitsluitend gebruikt werd tijdens de periode van Allerheiligen.
Het werd al snel duidelijk dat niet enkel de parking, maar de gehele straat herzien moest worden. Het doel was om de verharde weg te ontharden en om te vormen tot een klimaatadaptieve groene straat, die niet alleen ruimte biedt voor parkeren, maar ook voor rust, sereniteit en beleving. Het is nu een belangrijke schakel in het blauwgroen netwerk. Vorig jaar was het project niet voor niets winnaar van de Prijs Publieke ruimte.
Campus Wevelgem is een onthardingsproject in het centrum van de gemeente, waarbij een drukke centrumstraat – die tal van sociale functies en scholen bedient – omgevormd werd tot een groene campus. Daarbij hebben alle aanliggende scholen en partners (een deel van) hun grond opengesteld voor het publiek, waardoor er een ruime campus ontstaat. Die ruimte wordt meervoudig gebruikt en is veel meer dan de som der delen. Door het volledig opbreken van deze straat verbreedt deze groene as tot een open stedelijke groene campus, geprogrammeerd door alle aanliggende functies. Het is letterlijk en figuurlijk een open speelveld, waar een rustige groene ruimte tal van functies kan absorberen. De betekenis voor de gemeenschap van Wevelgem ligt niet alleen in zijn sociale functies. Het is ook een campus die op technisch vlak bijdraagt aan een duurzame leefomgeving. Door de ontharding en vergroening en de aanleg van wadi’s fungeert het als een spons die heel wat water kan absorberen in de harde stedelijke omgeving. Tegelijk voorziet een warmtenet de functies rondom van verwarming en verkoeling. De centrale groene campus is zo ontworpen, dat hij sturend kan werken in de schakeling en inplanting van nieuwe architectuur en inrichtingen. Dat maakt van de gemeente een boeiende, groene en leefbare plek voor de huidige en toekomstige generaties. Winnaar van de Prijs Publieke Ruimte 2025.
Kuurne heeft haar centrum getransformeerd naar een leefbare, groene en klimaatbestendige ruimte. De verouderde rioleringen werden vernieuwd, en het ontwerp richt zich op duurzaamheid, met pleinen en straten die vlotte mobiliteit combineren met groen en aangename openbare ruimte. De vergroening van het centrum zorgt voor een verbeterde luchtkwaliteit en biedt bewoners en bezoekers een veilige en uitnodigende ruimte om te wandelen en fietsen.
Het Marktplein werd onthard en omgevormd tot een levendige ontmoetingsplek, met nieuwe beplanting die helpt bij het opvangen van regenwater, het aanvullen van de grondwatervoorraad en het verminderen van wateroverlast. De fontein biedt verkoeling op warme dagen en maakt de ruimte nog aantrekkelijker. Deze ingrepen dragen bij aan de weerbaarheid van Kuurne tegen hevige regenval en extreme weersomstandigheden, wat het centrum toekomstbestendig maakt.
De Tramstatie, voorheen een grijs rondpunt, werd omgevormd tot een groene ontmoetingsplek, waar regenwater ruimte krijgt en beplanting het klimaat ten goede komt. Door de herinrichting van de mobiliteit en de vergroening van de publieke ruimte wordt de omgeving koel gehouden, wat de impact van hittestress vermindert.
Dit project werd gerealiseerd in nauwe samenwerking met het gemeentebestuur, de lokale handelaars en de bewoners, en maakt van Kuurne een levendig, klimaatbestendig centrum voor de toekomst, waar het aangenaam vertoeven is.
Het nieuwe Stadsgroen Vlasakker vormt een belangrijke ecologische schakel in het bovenlokale open ruimtenetwerk van Kortrijk. De ontwikkeling van Vlasakker is een keuze van gedurfd beleid, waarbij de bouwshift op terrein is waargemaakt. De open ruimte bestemd voor het bouwen van een wetenschapspark werd gevrijwaard en ingericht als groene long van Hoog Kortrijk. Honderden nieuwe bomen en struiken zorgen voor een rijke vergroening, terwijl kronkelende wandelpaden, verschillende rustplekken en speelse ravotzones uitnodigen tot ontspanning en recreatie in deze nieuwe, frisse parkomgeving. Het ecologisch stadsgroen Vlasakker vormt daarnaast de groene basis voor het ambitieuze, groene één-campus-model’ voor de verschillende onderwijsinstellingen die op de site aanwezig zijn. De ontwerpers besteedden bijzondere aandacht aan de afstemming met de stad en verschillende stakeholders om tot een gedragen ontwerpvoorstel en uiteindelijke realisatie te komen. Dit gebeurde aan de hand van workshops, presentaties, bevragingen en een wandeling doorheen het gebied met de buurtbewoners. Het behoud en de versterking van de ecologische groenstructuur, de integratie van comfortabele zitplekken en zacht-recreatieve functies maken het ecologische stadsgroen Vlasakker tot een toekomstbestendig, biodivers park met een hoge parkbeleving.
Oost-Vlaanderen
Welke projecten bezochten we?
In de dicht bebouwde wijk Ledeberg, waar stedelijk groen schaars is, ontstond vanuit de gemeenschap het initiatief Ledeberg Doet Het Zelf. Na het faillissement van doe-het-zelfzaak Standaert in 2012 namen bewoners het heft in eigen handen en overtuigden ze de stad Gent om de site aan te kopen en om te vormen tot publieke, groene ruimte. De nieuwe invulling focust op maximaal groen en minimale bebouwing, een bewuste keuze in een wijk die eerder aanvoelt als een ‘verharde woestijn’.
Het park werd ontworpen als een klimaatbestendige en ecologisch waardevolle plek. Regenwater wordt volledig lokaal geïnfiltreerd via een wadi, en de beplanting is gericht op biodiversiteit, met bomen, bloemenweides, klimplanten en bessenstruiken. De site is publiek toegankelijk van straat tot straat en biedt een veilige, groene doorsteek voor voetgangers en fietsers. Door de aanleg van een zonnige binnentuin met zitplekken, plantenbedden en schaduwrijke bomen, is het ook een plek van rust, ontmoeting en verkoeling in de stad.
Het project toont hoe cruciaal groene ruimte is in verdichte stadswijken – niet als luxe, maar als noodzaak voor leefkwaliteit, verkoeling en sociale verbinding. In plaats van bij te bouwen, koos de stad bewust voor ontstenen, vergroenen en hergebruiken. Ledeberg Doet Het Zelf laat zien hoe participatief en ecologisch stadsontwikkelen hand in hand kunnen gaan met een klimaatrobuuste en leefbare toekomst.
Cohousing Bijgaardehof is een toonbeeld van verdicht en duurzaam bouwen in de stad. Op de voormalige Malmarsite, een verlaten industrieel terrein nabij station Gent Dampoort, worden 59 gezinnen en een wijkgezondheidscentrum samengebracht in een compact en doordacht ontwerp. In plaats van klassieke verkaveling met privétuinen kiest het project voor gedeelde woonvolumes rond een centrale binnentuin, wat een grote ruimtewinst oplevert.
De herbestemming van het industriële erfgoed vermijdt extra ruimtebeslag buiten de stad en draagt bij aan een duurzame verdichting binnen de bestaande stadsstructuur. Door te bouwen op een reeds verharde site wordt open ruimte gespaard, terwijl de integratie van groen – zoals gedeelde tuinen en de nabijheid van het Bijgaardepark – zorgt voor een klimaatbestendige en natuurinclusieve leefomgeving.
Het project vermijdt niet alleen verspreide bebouwing, maar toont hoe collectief wonen natuur en stedelijkheid kan verbinden. Oude fabrieksmuren worden behouden en verweven met nieuwe ecologische woonvormen. Door gedeelde voorzieningen, hergebruik van ruimte en een autoluwe visie biedt Bijgaardehof een alternatief voor klassieke stadsontwikkeling, waar niet méér gebouwd wordt, maar slimmer, compacter en met meer aandacht voor leefkwaliteit en klimaat.
Bijgaardehof is ook een onderdeel van het Proeftuinen Droogte project ‘Regenwater van bedrijf naar buurt’. Tussen de bedrijfsgebouwen van Hubo en Tom&Co en de scheidingsmuur van de cohousing werd een strook onthard. Onder die strook ligt een regenwateropvang, die zorgt voor het aanvullen van de oorspronkelijke regenwatertanks van de cohousing en van het gebouw Baertsoen-Buysse (kantoren, ateliers en een feestzaal).
Het park, gelegen in Sint-Amandsberg nabij station Gent Dampoort, is via een tiental toegangen vlot bereikbaar. Oorspronkelijk was het een vuilstort, later deels in gebruik als volkstuinen — waarvan de ligustertunnels nog stille getuigen zijn. Dankzij jarenlange inzet van buurtbewoners en een lokale actiegroep werd de site in 2006-2007 omgevormd tot een gevarieerd en ruim wijkpark van 14 hectare. Het ontwerp kwam tot stand in nauw overleg met de buurt, scholen en betrokken organisaties.
Vandaag staat het park bekend als de ‘Prettige Wildernis’, een naam die verwijst naar de speelse en natuurlijke inrichting. Er is onder meer een avontuurlijke natuurspeelplek, een kriekenboomgaard, een heemtuin, de ‘Tuin van Eden’, een verwilderingsborder, een zandrug ingezaaid met inheemse kruiden, petanquebanen en diverse ontmoetingsplekken. In het hart van het park werd bovendien een 13e-eeuwse mote-site gerestaureerd.
De buurt vervult een actieve rol in het gebruik en (mede)beheer van het park, met tal van activiteiten en inspanningen om een stukje natuurgebied in stand te houden. Het park is een waardevol voorbeeld van hoe oude stadsranden kunnen transformeren tot klimaatbestendige, biodiverse en sociaal gedragen groenruimtes.
In dichtbevolkte stadswijken zoals het noorden van Gent, waar bewoners vaak in kleine huizen zonder veel private buitenruimte wonen, spelen problemen zoals hittestress, verkeersdrukte, een tekort aan inclusieve buurtvoorzieningen, en sociale verdringing door gentrificatie. Gerichte stadsvernieuwingsprojecten kunnen deze uitdagingen aanpakken. Een concreet voorbeeld is het downsizen van de verkeersas op de Blaisantvest, wat niet alleen ruimte biedt om de waterloop Oude Lievegang te herintroduceren, maar ook de mogelijkheid creëert om unieke ontmoetings- en verblijfsruimtes te realiseren tussen de wijken Rabot-Blaisantvest en Sluizeken-Tolhuis-Ham.
In 2024 ging een conceptstudie van start. Deze studie wordt gesubsidieerd door het Agentschap Binnenlands Bestuur in het kader van de oproep Stadsvernieuwing. De conceptstudie is momenteel lopend en wordt uitgevoerd door SWECO i.s.m. HOGENT onderzoekscentrum eCO-CITY. Daarbinnen worden via een gericht sociaal-ruimtelijk onderzoek en participatietraject bewoners meegenomen en worden de noden van de twee wijken onderzocht. Inzichten die hieruit voortvloeien, voeden de zoektocht naar de rol van de stadsvernieuwing en treden in interactie met het ontwerpproces.
Verschillende, minder gehoorde doelgroepen worden hierbij betrokken, waaronder ouders (via Inloopteam De Sloep), tienermeisjes (via meisjeswerking Minus One) en mensen uit de Bulgaarse gemeenschap (via Tiftik). De input uit deze ‘doelgroepgesprekken’ wordt ruim teruggekoppeld en uitgebreid door middel van buurtinterventies gericht op een breder publiek.
Op basis van het participatietraject wordt er een conceptontwerp uitgewerkt voor het tracé van de opengelegde historische waterloop, met aandacht voor een aantal strategische locaties. De studie biedt ruimte voor een open en verkennende benadering, waarbij de meerwaarde van de voorgestelde ingrepen voor de wijk maximaal in beeld wordt gebracht. De uiteindelijke doelstelling is het bekomen van een gedragen visie die de toekomstige inrichting van de publieke ruimte op een doordachte manier vormgeeft. Na afronding van de conceptstudie worden visie en ontwerp voorgelegd aan het stadsbestuur. Op heden is er nog geen formele beslissing genomen.
Het Bloemekenspark is een waterrijk en natuurrijk park waar houten vlonderpaden een avontuurlijk traject vormen doorheen de centrale moeraszone. Op verschillende plekken nodigen gezellige terrasjes en lange picknicktafels uit tot verpozen en samenzijn.
Fase 1 en 2 van het park zijn inmiddels gerealiseerd. Het eerste deel opende feestelijk tijdens de Dag van het Park in mei 2015. Sindsdien is het Bloemekenspark verder uitgebreid met het gebied tussen de brandweerkazerne en de voormalige UCO-fabriek, evenals met de groenzone achter de Jan Yoensstraat. Ook in deze nieuwe delen is er ruimte gecreëerd voor sport en spel.
De Lieve – een historische waterloop – vormt de ruggengraat van het park. Op zoveel mogelijk plaatsen wordt de Lieve opengelegd en in het landschap geïntegreerd. Toegankelijke paden zullen de drie parkdelen met elkaar verbinden tot één samenhangend geheel.
Samen met stadsecoloog Geert Heyneman en Maarten Herbots verkenden we de eerste twee fases van het Bloemekenspark, gelegen in een brongebied van de Lieve (of oude Leie). In het eerste deel van het park, aangelegd op veengrond, wordt het regenwater afkomstig van de naastgelegen woonontwikkeling (Filature du Rabot) opgevangen via een trapsgewijs systeem van waterbuffering, waarbij ook groendaken een rol spelen.
We passeerden langs de FNO-site en bespraken de uitdagingen rond waterbeheer in dit gebied. Vervolgens volgden we de Lieve richting fase 2 van het park, waar een verbossend bufferbekken is aangelegd dat zowel ecologische als recreatieve waarde toevoegt aan het landschap.