Gedaan met laden. U bevindt zich op: Leuven kiest voor samenspeeltuinen: van losse toestellen naar echte speellandschappen Jeugd

Leuven kiest voor samenspeeltuinen: van losse toestellen naar echte speellandschappen

De stad Leuven gaat voor samenspeeltuinen. Hoe? Door toegankelijkheid in te schrijven in het bestek en stevig door te laten wegen in de gunningscriteria.

De uitdaging

Leuven wilde af van speelpleinen die op elkaar begonnen te lijken.
Het oude systeem leverde:

  • Versnipperde speelplekken
  • Beperkte samenspeelwaarde
  • Ontoegankelijke zones
  • Reacties van ouders en begeleiders
  • En geen structurele borging van toegankelijkheid

De vraag werd scherp: hoe bouw je geen tien keer dezelfde speeltuin, maar tien kansen op samen spelen?
De stad koos voor een systemische aanpak. Niet één visietekst, wel een consequente werkwijze die elk nieuw project optilt.

De aanpak

Leuven verankerde drie ingrepen die samen het verschil maken.

“Wij vragen bewust om de aanleg van een volledig speellandschap. Het gaat niet meer om het plaatsen van speeltoestellen op een grasveldje. Alleen zo creëren we een samenspeeltuin met speelaanleidingen voor iedereen.”

Katelijne Wouters

jeugdconsulent bij stad Leuven

Het resultaat

  • Plekken die kinderen met en zonder beperking vanzelf samenbrengen
  • Een stabiel proces dat ontwerpers richting geeft en discussies verkort
  • Minder bijsturing achteraf
  • Speelpleinen met een eigen karakter, passend bij hun buurt
  • Een evolutie van ‘toestellen plaatsen’ naar speellandschappen creëren

Enkele voorbeelden uit Leuven

Sinds de start van de samenspeeltuinen realiseerde Leuven al 12 samenspeeltuinen.

  • ’t Fort

    in Wilsele
    • Rolstoeltoegankelijke boomhut met gidslijnen, contrast en transfergrepen
    • Platformen met steunpunten voor toegang tot de bovenste glijbaan
    • Tactiele speelelementen met natuurlijke materialen
    • Aangepast schommelzitje
    • Doorgroeimatten onder toestellen
    © stad Leuven
    © stad Leuven
  • Terbank

    in Egenhoven

    Ontworpen samen met een voorziening voor kinderen met een verstandelijke beperking

    • Touwen rond schommels als veiligheidssignaal voor slechtziende kinderen
    • Helling tot bovenaan het zandspeeltoestel
    • Speelpanelen en communicatiebord
    • Kleurrijke diamanten in een speeltunnel als navigatiesignaal
  • Vlierbeekveld

    in Kessel-Lo
    • Zandtafel
    • Aangepaste draaicarrousel
    • Platform met takels op hoogte zodat ook rolstoelgebruikers bovenin kunnen spelen
    • Vogelnestschommel
    • Handgrepen in contrasterende kleur
    © stad Leuven - Rosine Pittevils
    © stad Leuven - Rosine Pittevils
  • René Verbeeckplein

    in Wilsele

    Een rustiger terrein met focus op prikkelarme spelkwaliteit

    • Voedselbos
    • Zand- en waterspel
    • Vogelnestschommel
    • Glijbanen
    • Wilgenhut. Door de natuurlijke helling minder geschikt voor rolstoelgebruikers, maar waardevol voor andere groepen.
  • Begijnenbos

    Samenspeelbos in Kessel-Lo
    • Samenspeelbos met bospad
    • Grote toren toegankelijk met rolstoel
    • Voelparcours voor slechtziende kinderen
    • Ruimte om te ontprikkelen en te spelen met natuurlijke elementen

Wat kunnen andere gemeenten hiervan leren?

  1. Begin bij het spel, niet bij de toestellen.
  2. Laat toegankelijkheid zwaar doorwegen in gunning.
  3. Zet ervaringsdeskundigen vooraf aan tafel.
  4. Gebruik speelnatuur als samenspeelmiddel.
  5. Bewaar de lat: een hoge minimumpuntenscore dwingt kwaliteit af.

Contactpersoon

Katelijne Wouters, specialist jeugdruimte bij de stad Leuven, katelijne.wouters@leuven.be(opent in uw e-mail applicatie)