Hoe maakt u een halte toegankelijk?
Richtlijnen voor toegankelijke haltes
Een toegankelijke halte is een halte waar iedereen vlot zelfstandig opstapt en afstapt. Dus ook rolstoelgebruikers en mensen die blind of slechtziend zijn.
De halte-infrastructuur is goed afgestemd op de toegankelijke voertuigen en sluit perfect aan op de omgeving. De halte ziet er herkenbaar en vertrouwd uit. Zo weten reizigers meteen hoe ze de halte moeten gebruiken. De chauffeur stopt dicht bij het perron en op de juiste plaats. Als andere weggebruikers een halte goed herkennen, houden ze er beter rekening mee.
In Vlaanderen worden haltes aangelegd en beheerd door de wegbeheerder. Dat is het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) voor de gewestwegen, en de steden en gemeenten voor de gemeentewegen.
De Lijn, het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en Inter, het agentschap Toegankelijk Vlaanderen, hebben samen de richtlijnen voor toegankelijke haltes in oktober 2022 vernieuwd en duidelijker gemaakt.
Er zijn zes principes voor een toegankelijke halte. Lees per principe de technische vereisten, de reden daarvoor en voorbeelden van praktische toepassingen in verschillende omstandigheden en omgevingen.
De zes principes van een toegankelijke halte
- Verhoogd perron met aanrijdbare perronboord.
- Perron zonder hindernissen en breed genoeg.
- Effen, vlak en slipvrij perron.
- Geen drempels, of hoogstens een lichte helling, om de halte te bereiken en te gebruiken.
- Opstapvlak in rubbertegels met kunstmatige geleidelijn naar natuurlijke gidslijn voor blinde en slechtziende mensen.
- Hinder vermijden tussen gebruikers van openbaar vervoer en fietsers.