Gedaan met laden. U bevindt zich op: Evaluatie van de empowermentmeting binnen de ESF+ oproep Lokale Partnerschappen Bijdragen van het kennisplatform

Evaluatie van de empowermentmeting binnen de ESF+ oproep Lokale Partnerschappen

Blogbericht
10 juli 2025

In deze evaluatie onderzoeken we hoe het meetinstrument empowerment wordt gebruikt binnen de ESF+ oproep 64 Lokale Partnerschappen. Deze oproep ondersteunt lokale partnerschappen die mensen met complexe problemen begeleiden naar  duurzame participatie op de arbeidsmarkt .

Context

ESF+ oproep 64 richt zicht op het opzetten van lokale partnerschappen die werkzoekenden met een complexe problematiek begeleiden naar duurzame participatie op de arbeidsmarkt. De lokale partnerschappen betrokken bij de oproep zijn georganiseerd als organisatienetwerken bestaande uit partners van lokale en/of regionale besturen (VVSG, Stad Antwerpen of Stad Gent), lokale en/of regionale (niet-publieke) organisaties, VDAB en OCMW. De dienstverleners binnen deze partnerschappen – in dit kader trajectgezellen genoemd - begeleiden personen met een complexe multiproblematiek bij hun diverse vragen en noden op weg naar meer participatie in de samenleving, onder andere op het vlak van werk. De ESF+ oproep kadert in de prioriteit sociale inclusie van het ESF+ programma. Daarom ligt de focus van de oproep niet exclusief op het activeren van de doelgroep naar werk, maar ook op het zetten van stappen richting een bredere inclusie in de samenleving.

Het meetinstrument empowerment heeft als doel om de mate van empowerment bij deelnemers in kaart te brengen. Op die manier maakt het de vooruitgang die gemaakt wordt op het vlak van sociale inclusie zichtbaar.

Doelstellingen van de evaluatie van de empowermentmeting

De doelstellingen van de evaluatie werden geformuleerd als:

  1. Zicht krijgen op hoe het meetinstrument empowerment geïmplementeerd en gebruikt wordt in de dienstverleningstrajecten, om eventuele knelpunten tijdig te detecteren en bij te sturen.
  1. Nagaan of de verzamelde data bruikbaar zijn als indicator voor sociale inclusie.

Empowerment en het meetinstrument

Empowerment staat voor “een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie” (Van Regenmortel, 2009, p. 24). Bij de ontwikkeling van het meetinstrument werd het concept empowerment begrepen als een resultaat of uitkomst, bestaande uit drie componenten: een intrapersoonlijke component, een interpersoonlijke component en een gedragscomponent.

  • De intrapersoonlijke component: de overtuigingen van individuen over hun eigen vaardigheden, hun zelfvertrouwen en de mogelijkheid om hun persoonlijke situaties te beïnvloeden en de wil of motivatie om dat te doen.  
  • De interpersoonlijke component: kritische bewustwording van sociale mogelijkheden, normen en hulpbronnen,samen met de vaardigheden om ze te gebruiken en de mogelijkheid om hulpbronnen te mobiliseren. 
  • De gedragscomponent: de actieve betrokkenheid bij de gemeenschap, deelname, constructief gedrag in nieuwe situaties en de mogelijkheid om keuzes te maken. 

Het gebruikte meetinstrument werd ontwikkeld op basis van eerdere ervaringen en evaluatieonderzoek en heeft de vorm van een vragenlijst met negen items die zich baseren op de drie componenten. Om de trajectgezellen te begeleiden, en de instructies naar hen te communiceren, stelde Europa WSE een handleiding op waarin bijkomende informatie werd gegeven. De trajectgezellen namen bij aanvang, tussentijds en op het einde van de begeleidingstrajecten een meting af bij de cliënt.

De vragenlijst bevat negen stellingen, verdeeld over de drie componenten. Deelnemers geven op een 6-puntenschaal aan in welke mate ze akkoord gaan met uitspraken zoals:

Dimensie

Vraag

Intrapersoonlijke component

Zelfbeeld

Ik weet waar ik goed in ben.

Perspectief

Ik kijk positief naar de toekomst.

Zelfeffectiviteit

Ik geloof dat ik mijn problemen zelf kan oplossen.

Interpersoonlijke component

Sociaal netwerk

Er zijn mensen die ik echt als vriend beschouw.

Kritisch bewustzijn

Ik weet waar ik met mijn vragen terecht kan.

Gebruiken hulpbronnen

Ik durf om hulp vragen.

Gemeenschaps-gedrag

Betrokkenheid samenleving

Ik neem vrijwillig deel aan activiteiten in mijn omgeving.

Verbondenheid

Mijn buren kennen mij.

Advocacy

Ik kom op voor mezelf als ik iets belangrijk vind.

Methodologische aanpak 

De evaluatie combineert:

  • Kwalitatieve data: 18 diepte-interviews met trajectgezellen over hun ervaringen met het instrument. Tijdens deze interviews kwamen onderwerpen zoals het gebruik van de vragenlijst, de context waarin deze werd afgenomen en de inschattingen van trajectgezellen van de gegeven antwoorden aan bod. Bij de analyses gebruikten we ook de oproepfiche of de handleiding die door Europa WSE werden opgemaakt in het kader van de oproep.
  • Kwantitatieve data: de resultaten van de afgenomen metingen.

Deze combinatie biedt een genuanceerd beeld van hoe het instrument in de praktijk werkt.

Conclusies

Variatie in het gebruik en de potentiële meerwaarde van de huidige vragenlijst

De manier waarop de vragenlijst wordt ingevuld en gebruikt, verschilt sterk. Sommige trajectgezellen benutten het instrument actief en gaan in dialoog met de deelnemer over de resultaten, terwijl anderen de tijdsbesteding die gepaard gaat met het invullen van de vragenlijst beperken tot een minimum.

Beperkt draagvlak voor de vragenlijst

Niet alle trajectgezellen zien meerwaarde in de vragenlijst. Trajectgezellen ervaren vaak overlap met bestaande tools en sommigen zien de vragenlijst als een administratieve last. Ze kaderen de bevraging naar deelnemers dan ook vooral als een verplichting vanuit Europa WSE.

Voortgang vooral op inter- en intrapersoonlijke component

Vooral op de inter- en intrapersoonlijke componenten van empowerment wordt vooruitgang geboekt. De vooruitgang op gemeenschapsgedrag lijkt beperkter. Dit is verrassend is aangezien dit domein als moeilijker beïnvloedbaar wordt gezien. De resultaten sluiten aan bij eerdere bevindingen uit de empowermentmeting binnen Outreach & Activering.

Begrip van het onderliggend kader van empowerment bij trajectgezellen

Trajectgezellen linken empowerment spontaan aan de inter- en intrapersoonlijke component en in mindere mate aan de component van gemeenschapsgedrag. Ze erkennen het belang van gemeenschapsgedrag, maar geven aan dat sommige van de huidige items die peilen naar gemeenschapsgedrag minder relevant zijn voor de deelnemer. Er is dus ruimte om het kader te verduidelijken en beter af te stemmen op de praktijk.

Validiteit van vragenlijst o.a. afhankelijk van de timing van bevraging en het zelfinzicht van de deelnemer

De timing van de meting en het zelfinzicht van de deelnemer spelen een grote rol. Trajectgezellen wachten op een geschikt moment om de vragenlijst in te vullen en vermijden zo negatieve scores Daarnaast overschatten deelnemers zichzelf soms, vooral in het begin van het traject. Hierdoor ontstaat mogelijk een te positief beeld van de beginsituatie. Omwille van deze reden willen trajectgezellen bijkomende duiding bij de scores geven.

Vermijden van confronterende vragen aan het begin

In de beginfase vermijden trajectgezellen confronterende vragen om de vertrouwensrelatie niet te schaden. Dit onderstreept de nood aan een flexibele en contextgevoelige manier van afname. Praktische drempels, zoals een taalbarrière, spelen vaak een minder doorslaggevende rol bij afname.

Onduidelijkheid over beoogd gebruik en doelstelling van de vragenlijst

De meeste trajectgezellen gebruiken de vragenlijst niet bewust als werkinstrument, al leren ze er soms wel zaken uit over de deelnemer. Er is onduidelijkheid over de precieze functie van het instrument: is het bedoeld om te meten, te begeleiden, of beide? De handleiding biedt hierover ook tegenstrijdige instructies, wat ook verwarring schept over de gewenste mate van dialoog met de deelnemer.

Aanbevelingen

Maak het doel van het instrument duidelijk

Bepaal duidelijk of het instrument bedoeld is als wetenschappelijk meetinstrument (met focus op gestandaardiseerde dataverzameling) of als werkinstrument (gericht op begeleiding en dialoog). Aangezien context en timing standaardisatie moeilijk maken, wordt aanbevolen om het te positioneren als werkbaar meetinstrument: een begeleidingsinstrument dat ook bruikbare data oplevert.

Licht toe hoe het instrument gebruikt kan worden en wat de meerwaarde is

Geef trajectgezellen meer uitleg over het praktisch gebruik van het instrument en de voordelen voor henzelf en de deelnemers. Benadruk hoe het kan helpen bij het opstarten, opvolgen en visualiseren van vooruitgang in een traject.

Behoud de flexibiliteit bij afname

Laat ruimte voor flexibiliteit op het vlak van de manier van afname (bijvoorbeeld het al dan niet in dialoog gaan over antwoorden) en het moment van afname. Tegelijk is het belangrijk om duidelijk aan te geven welke elementen vastliggen en niet aangepast mogen worden.

Voorzie ruimte voor extra toelichting

Laat trajectgezellen bijkomende context toevoegen om antwoorden te kaderen of te nuanceren. Het registreren van bijkomende informatie geeft de trajectgezellen de mogelijkheid om een correcter beeld van de werkelijke situatie van de deelnemer door te geven.

Herwerk de handleiding bij de vragenlijst en breng deze opnieuw onder de aandacht

Werk de handleiding grondig bij met duidelijke richtlijnen, praktijkvoorbeelden en veelgestelde vragen. Zorg ervoor dat ze makkelijk toegankelijk is en bied eventueel een beknopte en een uitgebreide versie aan. Breng de handleiding actief onder de aandacht bij de gebruikers.

Verduidelijk het conceptuele kader

Maak het theoretisch kader begrijpelijker en concreter, bijvoorbeeld door de drie bredere componenten te vervangen door de concretere elementen die worden aangehaald in de definitie: controle, kritisch bewustzijn en participatie. Koppel de items duidelijk aan deze concepten voor meer inhoudelijke samenhang.

Benadruk het belang van participatie

Breng het belang van participatie als kernonderdeel van empowerment sterker onder de aandacht. Overweeg om deze component op een alternatieve manier te meten, bijvoorbeeld via self-anchored scales waarbij deelnemers zelf de schaalverdeling mee bepalen.

Maak het instrument gebruiksvriendelijker

Voeg visuele elementen toe, zoals smileys bij antwoordopties, en zorg dat de volledige vragenlijst op één A4 past.

Betrek de trajectgezellen

Zorg voor meer betrokkenheid van trajectgezellen en partnerschappen bij de toepassing en verdere ontwikkeling van het instrument. Deel resultaten, vraag feedback en communiceer helder over de visie van Europa WSE, het belang van de meting en het verplichte karakter ervan.