Via MIA wordt komaf gemaakt met ingewikkelde procedures die de aanpak en uitvoering van kleine infrastructurele werken of quick wins verhinderen. In proeftuinen wordt geëxperimenteerd met proactieve detectie van verkeersonveilige situaties, zodat vermeden kan worden dat bepaalde punten ooit zwartgekleurd worden.

De ervaringen vanuit deze proeftuinen worden meegenomen naar een evaluatieronde, waarna het de bedoeling is om ze op korte termijn uit te rollen over gans Vlaanderen. De verkeersveiligheid in het algemeen, en de bescherming van voetgangers en fietsers in het bijzonder, staan hierbij centraal.

BVR regelluw kader

Op 28 mei werd het zogenaamde MIA-besluit(opent in nieuw venster) goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het gaat om een tijdelijke regelluwe experimenteerzone. Dit besluit maak het mogelijk om in het Vlaams gewest af te wijken van de bestaande regelgeving voor kleine infrastructuurwerken om gevaarlijke punten op gewestwegen aan te pakken en om het gebruik van de fiets te bevorderen.

Het gaat om aanpassingen van kruispunten, rotondes, op- en afritten, het aanbrengen van middenbermen, as-verschuivingen, wegversmallingen of verkeersplateaus, wijzigingen van parkeervakken en plaatsing van signalisatie, markeringen en verkeerslichten, onder meer in functie van snelheidsverlaging.

Om de doorlooptijden van deze werken te versnellen en de samenwerking met lokale besturen te versterken, maakt het MIA-besluit drie grote uitzonderingen mogelijk:

  1. MIA-werken kunnen worden uitgevoerd via een korte eenvoudige projectmethodologie;
  2. Gemeenten mogen optreden als bouwheer voor aanpassingen aan gewestwegen of instaan voor het beheer;
  3. Er wordt geëxperimenteerd met een afwijkende procedure voor de bepaling van de vergoeding bij onteigeningen.

Het experiment loopt voor een periode van 3 jaar. Nadien wordt het geëvalueerd door een team van experten en kan er eventueel nog worden bijgestuurd. Alles wat goed loopt, kan worden overgenomen in bestendig vereenvoudigde regelgeving.

Daarom is het belangrijk om – wanneer u gebruik maakt van het MIA-besluit – uw ervaringen te delen via MIA-regelgeving@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie). Deze informatie is immers cruciaal voor de evaluatie van het experiment.

Proeftuinen

Zowel in Limburg als in West-Vlaanderen komen er MIA-proeftuinen. Dit zijn gestructureerde testomgevingen waar verkeersonveilige punten en fietsinfrastructuur realisatiegericht wordt aangepakt. Voor de MIA-proeftuin Limburg voorziet Vlaams Minister Lydia Peeters in 2021 6 miljoen euro.

Samen met Agentschap Wegen en Verkeer Limburg en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken wordt een onderzoekstraject opgestart dat zowel vooraf als gelijktijdig met de werken loopt. De procedures worden kritisch tegen het licht gehouden en er wordt getest hoe de processen sneller en beter moeten worden aangepakt. Voorbeelden hiervan zijn de proactieve detectie van verkeersonveilige punten – m.a.w. nog voor er slachtoffers vallen – en het rechtstreeks aanbesteden van verbeterwerken.

Er wordt hierbij gebruik gemaakt van innovatieve technologie, zoals automatisering en drones. IMOB (Uhasselt), de hogeschool PXL en Embuild Limburg hebben reeds interessante samenwerkingsvoorstellen gelanceerd.

Het doel van de MIA-proeftuinen is om via kleine infrastructurele aanpassingen de verkeersonveiligheid aan te pakken. Dit kan gaan om verbreding van fietspaden, herinrichting van kruispunten, aanleggen van zebrapaden, betere verlichting, duidelijke wegmarkeringen, aanleggen van groenstroken, enz… In de proeftuin wordt geëxperimenteerd en ervaring opgedaan. Daarna volgt – mits positieve evaluatie – een uitbreiding naar de rest van Vlaanderen.

Vier werven in één proeftuin

In een MIA-proeftuin worden 4 grote onderzoekswerven opgestart die het volledige proces van een infrastructurele aanpassing volgen. Vanaf de eerste melding tot de schop in de grond.

MIA Quick Scan

Eind 2022 ging het project MIA Quick Scan van start. De Quick Scan houdt in dat de Vlaamse overheid na een zwaar verkeersongeval een team van experten ter plaatse stuurt. Dat team kan bestaan uit de wegbeheerder, een verkeerspsycholoog, een onafhankelijke verkeersveiligheidsexpert, iemand van de politie of het parket …

Samen voeren ze een onafhankelijk onderzoek uit en formuleren ze aanbevelingen om de locatie veiliger te maken, zoals:

  • infrastructurele aanpassingen: quick wins, zoals belijningen, extra onderhoud …
  • sensibiliseringsacties die (met een focus op de oorzaak van het ongeval of met een oproep tot gedragswijziging) zeer doelgericht in de ruime omgeving van het onderzochte punt worden gevoerd (bv. rijden onder invloed, afleiding, fietsverlichting…).

Het project is eind 2022 van start gegaan. Momenteel zijn 4 locaties in behandeling (Gent, Zottegem, Genk en Pelt).

Persbericht