Afwijkingen op de voorwaarde van de dichtstbijzijnde school
In de volgende gevallen kan je kind recht op vervoer krijgen naar een verder gelegen school of tijdelijk een opstapplaats gebruiken van waaruit niet voldaan is aan de voorwaarden om recht op leerlingenvervoer te krijgen.
Bij zonaal collectief vervoer en individueel vervoer
Ben je co-ouder en voldoet jouw adres aan de voorwaarden om recht op leerlingenvervoer te krijgen, maar dat van de andere co-ouder niet? Dan kan je de afwijking ‘Co-ouderschap’ aanvragen om toch recht op leerlingenvervoer te krijgen naar het adres van de andere co-ouder.
Bij collectief vervoer gelden 2 voorwaarden:
- Aan het adres waarvoor je de afwijking ‘Co-ouderschap’ aanvraagt passeert een bus naar de school.
- Er is plaats op die bus.
Bij co-ouderschap wordt ook uitzonderlijk de combinatie van recht op individueel vervoer en recht op collectief vervoer toegestaan. Bij jou kan je kind het recht op collectief vervoer gebruiken en bij de andere co-ouder het recht op individueel vervoer, en omgekeerd.
Heeft je kind recht op leerlingenvervoer naar je oude adres, maar gaat het door een recente verhuizing niet meer naar de dichtstbijzijnde school? Dan kan je de afwijking ‘Verhuis’ aanvragen om het recht op vervoer te behouden naar je nieuwe adres tot het einde van het lopende schooljaar.
Bij collectief vervoer gelden 2 voorwaarden:
- Aan het adres waarvoor je de afwijking ‘Verhuis’ aanvraagt passeert een bus naar de school.
- Er is plaats op die bus.
Wordt je kind door een jeugdrechter, gemandateerde voorziening of crisismeldpunt geplaatst? Dan heeft hij of zij recht op leerlingenvervoer:
- Vanuit de voorziening waar hij of zij geplaatst is naar de dichtstbijzijnde school
- Vanuit de voorziening waar hij of zij geplaatst is naar de school waar hij of zij al schoolliep
- Naar de school waar hij of zij geplaatst is
Is de dichtstbijzijnde school volzet? Dan krijgt je kind recht op vervoer naar de eerstvolgende school (waarnaar het attest verwijst) die niet volzet is. Het gaat om de eerstvolgende school van het onderwijsnet waar jij als ouder voor kiest.
Om de afwijking ‘School volzet’ te kunnen aanvragen, moet je een attest ‘Mededeling van een niet-gerealiseerde inschrijving’ van de dichtstbijzijnde school/scholen aan de verder gelegen school bezorgen.
Moet je kind beroep doen op de module ‘Verblijf’ binnen een multifunctioneel centrum (MFC)? Dan krijgt hij of zij recht op weekendvervoer (op vrijdagavond en maandagochtend) naar de dichtstbijzijnde school die verbonden is aan een MFC.
Is het dichtstbijzijnde MFC volzet? Dan krijgt je kind recht op weekendvervoer naar de eerstvolgende school die verbonden is aan een MFC dat niet volzet is. In dat geval moet je een volzetverklaring van het dichtstbijzijnde MFC aan de verder gelegen school bezorgen.
Moet je kind beroep doen op de module ‘Schoolaanvullende dagopvang’ in een multifunctioneel centrum (MFC) of semi-internaat voor buitengewoon onderwijs? Dan krijgt hij of zij recht op dagelijks vervoer naar de dichtstbijzijnde school die verbonden is aan een MFC of semi-internaat. Collectief vervoer wordt georganiseerd volgens de begin- en einduren van de school.
Is het dichtstbijzijnde MFC of semi-internaat volzet? Dan krijgt je kind recht op vervoer naar de eerstvolgende school die verbonden is aan een MFC of semi-internaat dat niet volzet is. In dat geval moet je een volzetverklaring van het dichtstbijzijnde MFC of semi-internaat aan de verder gelegen school bezorgen.
In het observatiejaar van opleidingsvorm 3 heeft je kind altijd recht op leerlingenvervoer, op voorwaarde dat er geen school of vestigingsplaats is die:
- Dichterbij ligt
- En minstens een identiek of een identiek en uitgebreider aanbod aan opleidingen heeft
In het 1ste leerjaar A of het 1ste leerjaar B van opleidingsvorm 4 heeft je kind altijd recht op leerlingenvervoer, op voorwaarde dat er geen school of vestigingsplaats is die:
- Dichterbij ligt
- En minstens een identiek of een identiek en uitgebreider aanbod aan studierichtingen heeft
Alleen bij zonaal collectief vervoer
Heeft je kind geen recht op leerlingenvervoer, maar gebruikt zijn of haar broer of zus het zonaal collectief vervoer? Dan kan je kind dat vervoer mee gebruiken op 3 voorwaarden:
- Tegen betaling (volgens de tarieven van De Lijn)
- Je kind gaat naar dezelfde campus (= dezelfde afstapplaats) als zijn of haar broer of zus
- Je kind gebruikt dezelfde opstapplaats als zijn of haar broer of zus
Het gebruik is beperkt tot het einde van het onderwijsniveau (basis- of secundair onderwijs) van je kind.
Worden als broer en zus beschouwd:
- Effectieve broers en zussen (met 2 gemeenschappelijke ouders) die al dan niet op hetzelfde adres wonen
- Halfbroers en halfzussen (met 1 gemeenschappelijke ouder) die al dan niet op hetzelfde adres wonen
- Kinderen die dezelfde domicilie of hoofdverblijfplaats hebben, maar geen gemeenschappelijke ouder(s), bijvoorbeeld stiefbroers en -zussen
Gebruikt je kind een op-/afstapadres dat voldoet aan de voorwaarden om recht op leerlingenvervoer te krijgen? Dan kan het ook een 2de op-/afstapadres gebruiken dat niet voldoet aan de voorwaarden voor recht op leerlingenvervoer. Daar zijn 3 voorwaarden voor:
- Aan het 2de op-/afstapadres passeert een bus naar school.
- Er is plaats op die bus.
- Je kind gebruikt het 2de op-/afstapadres minder dan het op-/afstapadres dat wel voldoet aan de voorwaarden om recht op leerlingenvervoer te krijgen.
Heeft je kind geen recht op leerlingenvervoer en moet je achter een schoolbus aanrijden naar een opstapplaats die voldoet aan de voorwaarden om recht op vervoer te krijgen, terwijl de bus in de buurt van je huis al een andere leerling ophaalt die recht heeft op leerlingenvervoer? Dan kan je kind onder strikte voorwaarden een tijdelijk gewijzigde opstapplaats (TGO) gebruiken:
- Het ministerie van Onderwijs stelt voor je kind het recht op vervoer vast vanuit een opstapplaats die voldoet aan de voorwaarden om recht op vervoer te krijgen.
- De TGO is een bestaande opstapplaats: een of meer leerlingen met recht op leerlingenvervoer gebruiken ze effectief.
- Je kind gebruikt dezelfde busrit als de andere leerling(en) met permanent recht op vervoer vanuit de TGO.
- De school van je kind krijgt van de provinciale entiteit van De Lijn een positief advies om de TGO te gebruiken.
Je kind mag een TGO maximaal vanaf de 1ste schooldag na de herfstvakantie tot en met 30 juni gebruiken. De school van je kind moet het gebruik van een TGO dus elk schooljaar opnieuw aanvragen.
Bij gebruik van een TGO moet je als ouder ook het hele schooljaar principieel bereid zijn en altijd de mogelijkheid hebben om zelf voor het vervoer van en naar de opstapplaats te zorgen vanwaar je kind effectief recht heeft op vervoer.
Extra informatie
Verwante pagina’s
Contact
Contacteer de school van je kind. De school vraagt het recht op collectief of individueel leerlingenvervoer aan bij het ministerie van Onderwijs.
Heb je toch een vraag voor het ministerie? Mail dan naar leerlingenvervoer@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).