Het buitengewoon secundair onderwijs (BUSO) richt zich tot jongeren met een handicap of jongeren met leer- of opvoedingsmoeilijkheden.
Het buitengewoon secundair onderwijs is opgedeeld in types:
- Type basisaanbod: kinderen met een lichte mentale handicap en kinderen met leerstoornissen. Vervangt sinds september 2015 geleidelijk type 1.
- Type 1: kinderen met een lichte mentale handicap
- Type 2: kinderen met een matige of ernstige mentale handicap
- Type 3: kinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen
- Type 4: kinderen met een fysieke handicap
- Type 5: kinderen die zijn opgenomen in een ziekenhuis of preventorium
- Type 6: kinderen met een visuele handicap
- Type 7: kinderen met een auditieve handicap
- Type 9: kinderen met autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking
Jongeren uit verschillende types kunnen in vier opleidingsvormen terecht:
- Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu. - Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu. - Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming en een beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu. Er worden verschillende opleidingen georganiseerd. - Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op de integratie in het actieve leven. De studierichtingen komen overeen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs.
Bekijk het overzicht van de onderwijsvormen en types in het BUSO(opent in nieuw venster) op de website van het Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Toelatingsvoorwaarden
Het buitengewoon secundair onderwijs richt zich tot jongeren van 13 tot 21 jaar met een handicap of met leer- of opvoedingsmoeilijkheden.
Om in het buitengewoon onderwijs te kunnen inschrijven, hebt u een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs nodig. Enkel de Centra voor Leerlingenbegeleiding(opent in nieuw venster) mogen een inschrijvingsverslag opstellen.
Uit dat verslag moet blijken dat redelijke aanpassingen niet voldoende zijn om uw kind de gewone leerdoelen te laten halen in een gewone school.
Het inschrijvingsverslag vermeldt:
- dat buitengewoon onderwijs aangewezen is voor de leerling
- welk type het meest geschikt is voor de leerling
Een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs door het CLB is niet bindend. U kunt als ouder beslissen om uw kind toch gewoon onderwijs te laten volgen. In dat geval moet de gewone school uw kind minstens voorlopig inschrijven. Er komt dan een vergadering met de school, de ouders en het centrum voor leerlingenbegeleiding. Als daaruit blijkt dat de school niet de gepaste begeleiding kan bieden, kan ze beslissen uw kind niet in te schrijven.
Inschrijven
U schrijft uw kind in tijdens de inschrijvingsperiode van de school.
Diploma's en getuigschriften
Elke opleidingsvorm heeft eigen studiebewijzen. In opleidingsvorm 4 kunnen jongeren een diploma secundair onderwijs behalen. Een overzicht van diploma's en studiebewijzen in het buitengewoon onderwijs(opent in nieuw venster) vindt u op de Onderwijswebsite.