In de 3^de graad wordt gewerkt met basiscompetenties(opent in nieuw venster). Dat zijn doelen, afgeleid uit een referentiekader, voor de kennis, de vaardigheden en de attitudes die een leerling geïntegreerd inzet. De basiscompetenties zijn geordend op basis van de zes kerncompetenties uit het studieprofiel kunstonderwijs: individuele gedrevenheid tonen, creëren en (drang tot) innoveren, vakdeskundigheid inzetten, onderzoeken, relaties bouwen en samenwerken, presenteren.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

Voor jongeren bestaat de 3^de graad uit minstens 24 wekelijkse lestijden, te verdelen over 6 of 7 leerjaren. Er worden minstens 18 wekelijkse lestijden aan het vak besteed waarnaar de optie vernoemd is.

Voor volwassenen bestaat de 3^de graad uit minstens 8 wekelijkse lestijden, te verdelen over 2 leerjaren. Er worden minstens 6 wekelijkse lestijden aan het vak besteed waarnaar de optie vernoemd is.

In de 3^de graad beeldende en audiovisuele kunsten worden verschillende opties georganiseerd. Klik op de optie om de vakken te zien.

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Beeldend Kunstenaar geldt de beroepskwalificatie amateur beeldend kunstenaar.(opent in nieuw venster)

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Cineast geldt de beroepskwalificatie amateur cineast(opent in nieuw venster).

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Fotograaf geldt de beroepskwalificatie amateur fotograaf(opent in nieuw venster).

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Juweelontwerper/Goudsmid geldt de beroepskwalificatie juweelontwerper/goudsmid(opent in nieuw venster).

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Kantwerker geldt de beroepskwalificatie kantwerker(opent in nieuw venster).

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Ontwerper geldt de beroepskwalificatie amateur ontwerper(opent in nieuw venster).

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Restauratievakman Meubel geldt de beroepskwalificatie restauratievakman meubel(opent in nieuw venster).

Voor alle leerlingen in de 4^de graad die nadien kunst in hun vrije tijd of op de arbeidsmarkt willen beoefenen, gelden beroepskwalificaties. Die worden ideaal volledig behaald.

Voor leerlingen die naar het hoger (kunst)onderwijs willen doorstromen, gelden de specifieke eindtermen van het wetenschapsdomein kunst en cultuur(opent in nieuw venster).

De 4^de graad bestaat uit minstens 40 wekelijkse lestijden, te verdelen over 4, 5 of 10 leerjaren.

In de studierichting Siersmid/Kunstsmid geldt de beroepskwalificatie siersmid/kunstsmid(opent in nieuw venster).

Voor elke kortlopende studierichting selecteert het schoolbestuur:

• relevante basiscompetenties uit de 1^ste, 2^de of 3^de of specifieke eindtermen (hoofdzakelijk van dit domein);
• competenties uit beroepskwalificaties (hoofdzakelijk van dit domein).

De studierichtingen bestaan uit 6 wekelijkse lestijden, te spreiden over 3 leerjaren.

In het domein beeldende en audiovisuele kunsten wordt de studierichting Beeldende en Audiovisuele Cultuur georganiseerd met twee opties:

• Optie beeldende en audiovisuele cultuur
• Optie recensent beeldende en audiovisuele kunst

Voor elke specialisatie-opleiding selecteert het schoolbestuur onderwijsdoelen met het oog op het versterken van het individueel kunstenaarschap. Dat zijn hoofdzakelijk onderwijsdoelen van het domein zelf, maar een aanvulling uit andere domeinen is ook mogelijk

De specialisatie-opleiding bestaat uit 16 wekelijkse lestijden, te verdelen over 2 leerjaren.