Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ontslag of einde tewerkstelling universiteitspersoneel Einde tewerkstelling in het onderwijs

Ontslag of einde tewerkstelling universiteitspersoneel

Afhankelijk van het statuut van het universiteitspersoneel gelden andere regels om een tewerkstelling te beëindigen. 

Voor wie?

Deze informatie is voor universiteiten.

Academisch personeel

Je benoeming of tewerkstelling als lid van het academisch personeel eindigt in 1 van de volgende gevallen:

  • Je dient zelf je ontslag in.
  • Je gaat met pensioen.
  • De periode van je mandaat wordt niet verlengd of kan niet meer verlengd worden.
  • Je krijgt geen gunstige beoordeling na een tijdelijke aanstelling voor een benoeming of na een aanstelling als docent in het tenure trackstelsel.
  • Je krijgt de tuchtstraf ontslag of afzetting.
  • Je bent meer dan 666 werkdagen afwezig wegens ziekte en wordt definitief arbeidsongeschikt verklaard door de administratieve gezondheidsdienst.
  • Je bent vanaf de leeftijd van 63 jaar al 365 kalenderdagen afwezig wegens ziekte.
  • De universiteit maakt een einde aan je aanstelling of benoeming nadat je weigerde een nevenactiviteit te beëindigen die als onverenigbaar wordt beschouwd met je functie aan de universiteit.
  • Je wordt ontslagen na een evaluatie met de beoordeling ‘onvoldoende’.

Administratief en technisch personeel

De universiteit kan zelf in een reglement de situaties vastleggen die aanleiding geven tot het einde van je tewerkstelling. Dat reglement wordt:

  • Opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst of
  • Onderhandeld in het bevoegde centrale onderhandelingscomité

Als de universiteit dat niet doet, dan gelden de regels die van toepassing zijn op de ambtenaren van de Vlaamse overheid.