Per scholengemeenschap of per bestuur

• Voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) tellen de prestaties die je hebt geleverd in 1 of meer van de scholen van de scholengemeenschap waar de tijdelijke aanstelling gebeurt, of in 1 of meer scholen van het bestuur.
• Voor een vaste benoeming in een school tellen alleen de prestaties die je hebt geleverd in de scholen van het bestuur. Maar een bestuur kan ook dienstanciënniteit in aanmerking nemen die je hebt verworven in andere scholen van andere besturen.

Prestaties in het buitengewoon onderwijs

Dienstanciënniteit die je hebt verworven in een wervingsambt in het buitengewoon basis- of secundair onderwijs kan meetellen:

• Voor een tijdelijke aanstelling (TABD) in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs, met een maximum van 290 dagen
• Voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs, met een maximum van 200 dagen
• Voor een vaste benoeming met een maximum van 290 dagen

Voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) tellen de prestaties die je hebt geleverd in 1 of meer van de onderwijsinstellingen van het bestuur.

Voor een vaste benoeming tellen de prestaties die je hebt geleverd in 1 of meer van de onderwijsinstellingen van het bestuur. Maar een bestuur kan ook dienstanciënniteit in nemen die je hebt verworven in instellingen van andere besturen.

De dienstanciënniteit wordt afzonderlijk berekend in het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd onderwijs.

Bijvoorbeeld: om de voorrang te bepalen voor een tijdelijke aanstelling in het gemeenschapsonderwijs, tellen alleen de prestaties in dat onderwijsnet mee. En omgekeerd, in het gesubsidieerd onderwijs tellen alleen diensten mee binnen het gesubsidieerd onderwijs.

De berekening van je dienstanciënniteit is anders voor je diensten als vastbenoemde dan voor je tijdelijke prestaties.

Diensten als vastbenoemd personeelslid worden gerekend vanaf het begin tot het einde van een ononderbroken periode van dienstactiviteit, met inbegrip van alle vakantieperiodes.

Tijdelijke diensten worden met 1,2 vermenigvuldigd.
Daar zijn enkele uitzonderingen op:

• Personeelsleden van een CLB of semi-internaat krijgen dezelfde berekening als vastbenoemde personeelsleden.
• Administratief personeel en de administratieve medewerker krijgen dezelfde berekening als vastbenoemde personeelsleden.
  • Behalve de administratieve medewerker van een CVO: deze tijdelijke diensten worden wél met 1,2 vermenigvuldigd.

Diensten die minstens een halftijdse opdracht uitmaken, tellen volledig mee.
Diensten die minder dan een halftijdse opdracht uitmaken, tellen maar voor de helft mee.

Sommige verloven zijn gelijkgesteld met dienstactiviteit, zoals verlof voor verminderde prestaties, loopbaanonderbreking of zwangerschapsverlof.

Bij andere afwezigheden, zoals afwezigheid voor verminderde prestaties, sta je op non-actief en telt de periode van afwezigheid of verlof niet mee voor je dienstanciënniteit.

Je vindt op de pagina’s over verloven en afwezigheden per verlof of afwezigheid of het meetelt voor dienstanciënniteit.