Deze pagina is voor hogescholen en universiteiten De informatie over de evaluatie van tijdelijke personeelsleden is alleen voor hogescholen.

Naar info voor andere onderwijsniveaus.

Je hebt het recht om minstens 1 keer per jaar een opvolgingsgesprek te voeren.
De hogeschool of universiteit kan het initiatief nemen.

Je hebt het recht om elk jaar zelf 1 opvolgingsgesprek aan te vragen. Van dat opvolgingsgesprek kan een verslag worden gemaakt dat eventueel je persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen behandelt.

1ste remediëringstraject

Blijkt op basis van je opvolgingsgesprek dat er problemen zijn met je prestaties of je manier van functioneren? Dan kan je evaluator een 1ste remediëringstraject van minstens 9 maanden opstarten. Dat remediëringstraject wordt afgesloten met een evaluatie en leidt tot een gemotiveerde conclusie ‘gunstig’ of ‘ondermaats’.

• Een gunstige conclusie beëindigt het remediëringstraject. Je herneemt het traject van de opvolgingsgesprekken.
• Bij de conclusie ‘ondermaats’ is een 2de remediëringstraject nodig. Je kan in beroep gaan tegen die conclusie. Dat beroep schort de opstart van het 2de remediëringstraject niet op.

2de remediëringstraject

Het 2de remediëringstraject duurt ten minste 3 maanden en wordt afgesloten met een evaluatie. Die evaluatie leidt tot een gemotiveerde conclusie ‘gunstig’ of ‘onvoldoende’.

• Een gunstige conclusie beëindigt het 2de remediëringstraject.
• Bij een conclusie ‘onvoldoende’ word je niet automatisch ontslagen. Het hogeschool- of universiteitsbestuur kan je ontslaan. Ook tegen deze conclusie kan je in beroep gaan. Dat beroep schort de uitvoering van je ontslag of van andere maatregelen op.

Tussentijds gesprek

Tijdens het 1ste of het 2de remediëringstraject kan jij of jouw evaluator een tussentijds gesprek aanvragen. Na dat gesprek kan je evaluator 4 beslissingen nemen:

• Het remediëringstraject gaat onveranderd verder.
• De termijn van het remediëringstraject wordt verlengd.
• Er komen aanpassingen aan de acties om je prestaties of manier van functioneren te verbeteren.
• Het remediëringstraject stopt. Dat kan alleen als je evaluator vindt dat je prestaties en je manier van functioneren voldoen aan de vereisten van je functie.

• Bekijk wat je kan doen als je het niet eens bent met de beslissing van je bestuur.
• Tegen een negatieve evaluatie ga je in beroep bij het beroepsorgaan dat door je hogeschool of universiteit opgericht is.

Regelgeving

• Codex Hoger onderwijs, artikel V.92/1 – V.93(opent in nieuw venster)

Verwante pagina’s

• Functiebeschrijving en evaluatie in het onderwijs