Met de toepassing ‘Bereken het bevallingsverlof(Excel bestand opent in nieuw venster) (xlsx, 2 bladen) (88.5 kB) kan je een simulatie maken van de vermoedelijke en de echte duur van het bevallingsverlof, de niet-overdraagbare dagen, de limietdatum waarop je personeelsleden de verlofweken van postnatale rust kunnen opnemen …

Die informatie gebruik je voor de meldingen aan het ministerie.

Bevallingsverlof is een persoonsgebonden dienstonderbreking. Meld het als volgt:

• Bevallingsverlof: de vermoedelijke bevallingsdatum meld je met een RL-2 - gebeurteniscode 23003.
• Aanvulling bevallingsverlof: dat stuur je door na de bevalling of na een zwangerschapsverlies met een RL-2 - gebeurteniscode 24003. Met die code geef je ook de volgende zaken door:
  • Overschrijden van de prenatale periode
  • 2 weken facultatief postnataal verlof bij een meerling
  • Gewerkt op de dag van de bevalling
• Een verlengd verblijf van het pasgeboren kind in de zorginstelling geef je door met RL-2 - gebeurteniscode 23118.
• De verlofweken van postnatale rust meld je met een RL-2 - gebeurteniscode 23145.

Meer uitleg en voorbeelden vind je in de omzendbrieven voor het vastbenoemd personeel(opent in nieuw venster) en voor het tijdelijk personeel(opent in nieuw venster).

Het team onderwijspersoneel berekent het bevallingsverlof op basis van de effectieve bevallingsdatum.

Je tijdelijke personeelsleden die verlofweken van postnatale rust willen nemen, bezorg je een:

• Getuigschrift van werkhervatting
• Getuigschrift van de opgenomen verlofweken zodra ze die verlofweken opgenomen hebben

Beide documenten kunnen je personeelsleden op de website van hun ziekenfonds opladen.

Meld het verlof met een RL-2 met DO-code 129 - bevallingsverlof (instellingsgebonden dienstonderbreking) volgens het zendprincipe ‘melding - annulatie - melding’.

Geef alleen de begin- en de einddatum van het bevallingsverlof door. Het is niet nodig de vermoedelijke en de echte bevallingsdatum te melden. Het elektronisch personeelsdossier berekent de duur van het bevallingsverlof niet.

Concreet:

• Bereken het bevallingsverlof op basis van de vermoedelijke bevallingsdatum en zend de dienstonderbreking onmiddellijk door via een RL-2 en gebeurteniscode 23129 - bevallingsverlof. Belangrijk: doe dat onmiddellijk, want het bevallingsverlof voor tijdelijke personeelsleden is niet betaald. Zo vermijd je een mogelijke terugvordering achteraf.
• Ken je de echte bevallingsdatum? Herbereken dan het bevallingsverlof op basis van die echte bevallingsdatum.
• Verschilt de nieuwe periode van de periode berekend op basis van de vermoedelijke bevallingsdatum? Annuleer dan eerst het al gemelde bevallingsverlof. Dat doe je met gebeurteniscode 25129. Zend daarna de nieuwe periode door met gebeurteniscode 23129.

Meld het ziekteverlof, het arbeidsongeval, de beroepsziekte of de moederschapsbescherming in de 6de (8ste bij een meerling) tot 2de week voor de werkelijke bevallingsdatum met de daarvoor voorziene codes.

Meld de verlenging met een RL 2 met DO 129 - bevallingsverlof (instellingsgebonden dienstonderbreking).

Verleng de einddatum van het bevallingsverlof en zend het zo door.

Meld de verlenging als een instellingsgebonden dienstonderbreking, met een RL-2 met DO 118 - verlenging bevallingsverlof hospitalisatie kind.

Dit verlof moet altijd aansluiten op het oorspronkelijke bevallingsverlof.

Op deze dienstonderbreking gebeurt een registratiecontrole in het EPD. Het verschil tussen de begin- en einddatum van de ‘verlenging bevallingsverlof hospitalisatie kind’ kan niet meer dan 24 weken bedragen.

Deze verlofdagen zijn een instellingsgebonden dienstonderbreking. Meld ze met een RL-2 met DO 148 - verlofdagen van postnatale rust hogescholen.

In dit geval start de verplichte postnatale periode van 9 weken op de dag na de bevalling. Het postnataal verlof telt dan maximaal 98 dagen: 9 weken postnataal bevallingsverlof + 5 weken overgedragen prenataal verlof. Je personeelslid krijg dan 1 extra dag bevallingsverlof.

De dag van de bevalling wordt in dat geval voor benoemde en tijdelijke personeelsleden betaald en is gelijkgesteld met dienstactiviteit. Die dag wordt dan niet beschouwd als bevallingsverlof, maakt geen deel uit van de postnatale periode en is ook geen dag van voorbevallingsrust.