Inburgeringstraject
Een inburgeringstraject ondersteunt een nieuwkomer bij het vinden van zijn plaats in de samenleving. Zo ontvangen inburgeraars kansen om te komen tot een grotere zelfredzaamheid en meer maatschappelijke participatie.
Het inburgeringstraject bestaat uit vier onderdelen:
- Nederlands als verbindende taal
- Maatschappelijke oriëntatie
- Inschrijving bij VDAB (Actiris in Brussel)
- Participatie- en netwerktraject
Het Integratie- en Inburgeringsdecreet vormt het regelgevend kader van het inburgeringsbeleid. De agentschappen Integratie en Inburgering werken het beleid verder uit door de inburgeraars op maat te begeleiden in het traject. Op hun websites lees je alle praktische informatie over de trajectbegeleiding. De agentschappen voor inburgertrajecten zijn:
- In Vlaanderen: Agentschap Integratie en Inburgering (AgII)(opent in nieuw venster)
- In Gent: Amal(opent in nieuw venster)
- In Antwerpen: Atlas(opent in nieuw venster)
- In Brussel: Bon.(opent in nieuw venster) (vanaf 1 april 2022 ook verplichte inburgering)
Inburgeraars kunnen na het behalen van hun inburgeringsattest in een vervolgtraject stappen. Ze volgen bijvoorbeeld vervolgcursussen Nederlands als voorbereiding op hogere studies. Of ze nemen deel aan een beroepsopleiding of een opleiding tot zelfstandig ondernemer.
Handhaving
Het inburgeringstraject is voor sommige inburgeraars een verplichting. Of men tot de verplichte doelgroep behoort, is bepaald in de regelgeving over integratie en inburgering. De verplichte inburgeraar is verplicht om zich aan te melden binnen de drie maanden na het ontstaan van zijn/haar inburgeringsplicht bij een (stedelijk) agentschap Integratie en Inburgering. Hij/zij is ook verplicht om de doelstellingen van de onderdelen van het inburgeringstraject te behalen. De verplichte inburgeraar ondertekent hiervoor een inburgeringscontract. Het resultaat is dat de inburgeraar een inburgeringsattest behaalt.
Als een verplichte inburgeraar het traject niet correct volgt en er door een (stedelijk) agentschap Integratie en Inburgering een inbreuk op de inburgeringsplicht wordt vastgesteld, start de administratieve sanctioneringsprocedure. Inbreukdossiers worden behandeld door de handhavingsambtenaren van het Agentschap Binnenlands Bestuur. De handhavingsambtenaar beslist of aan de verplichte inburgeraar een administratieve geldboete, van minimum 50 euro en maximum 5000 euro, wordt opgelegd. Als de verplichte inburgeraar een administratieve geldboete opgelegd krijgt en nalaat om deze te betalen, wordt via de Vlaamse Belastingdienst een procedure tot gedwongen invordering opgestart.
Het systeem van de administratieve geldboete is niet opschortend voor de inburgeringsplicht. Bovendien kan er meerdere keren na mekaar een inbreuk op de inburgeringsplicht worden vastgesteld. Bij elke nieuwe inbreuk loopt men het risico op een boete en is er telkens een hogere boetecategorie van toepassing. Deze categorieën zijn in de regelgeving over integratie en inburgering bepaald. Zo kan de boete na meerdere inbreuken oplopen tot maximaal 5000 euro.
De handhavingsambtenaren zijn enkel bevoegd voor inbreukdossiers van verplichte inburgeraars die gedomicilieerd zijn in Vlaanderen.
Beleidsdocumenten
- Inburgerings- en integratiedecreet
- De regelgeving omtrent Integratie en Inburgering werd in 2021 gewijzigd. De principes van wijziging zijn te lezen in de conceptnota van de Vlaamse Regering omtrent de hertekening van inburgering.
- Het regeerakkoord(opent in nieuw venster) bevat duidelijke ambities over de hertekening van inburgering: