Gedaan met laden. U bevindt zich op: integendeel / daarentegen Taaladviezen

integendeel / daarentegen

Daarentegen en integendeel drukken beide een tegenstelling uit, maar ze hebben een verschillende functie. Daarentegen wordt gebruikt om te wijzen op de tegengestelde kenmerken van twee zaken of situaties die met elkaar vergeleken worden.

  • Tom zingt heel mooi, Bruno daarentegen kan beter zijn mond houden.
  • Als ik 's middags ga hardlopen, kan ik mijn hoofd helemaal leegmaken. Blijf ik daarentegen binnen zitten, dan sla ik aan het piekeren.

Integendeel wordt gebruikt om een bewering te weerleggen (‘het tegengestelde is waar') of een bewering te versterken na een ontkenning (‘sterker nog').

  • - Je koffie is erg sterk.
    - Integendeel, hij is slap vergeleken met die van Tino.
  • Ik vind hem geen veelzijdige acteur. Integendeel zelfs: zijn gezicht heeft maar één uitdrukking.

Integendeel kan afzonderlijk voorkomen, als antwoord op een vraag. Daarentegen heeft die mogelijkheid niet.

  • - Is hij ziek?
    - Integendeel.

Integendeel kan ook in de aanloop of de uitloop van de zin voorkomen, daarentegen niet.

  • (Denk je dat ik hier blij van word?) Integendeel, het maakt me woedend.
  • Ik ben helemaal niet ziek, integendeel.