Gedaan met laden. U bevindt zich op: kruis: kruisen / kruizen Taaladviezen

kruis: kruisen / kruizen

Kruisen en kruizen zijn allebei correcte meervoudsvormen van kruis. In alle betekenissen van kruis kunnen beide meervoudsvormen gebruikt worden. Vooral in Belgiƫ is kruisen gebruikelijker dan kruizen.

  • Katholieke kerken worden traditioneel versierd met Mariabeelden, heiligenbeelden en kruisen / kruizen die Christus voorstellen.
  • Ze sloeg twee kruisen / kruizen en prevelde een gebedje.
  • Iedere majeurtoonladder heeft zijn eigen kruisen / kruizen en mollen.
  • Behalve handtekeningen zie je in oude overeenkomsten ook kruisen / kruizen van mensen die niet konden schrijven.

Als werkwoord is alleen kruisen correct.

Vervoeging:

  • ik kruis, jij kruist, wij kruisen
  • ik kruiste, wij kruisten
  • ik heb gekruist
  • gekruiste armen