Regel 1 - Soortnamen
Schrijf een verkorting die als soortnaam gebruikt wordt, zonder punten en met kleine letters, zoals een gewoon woord.
Voorbeelden
Regel 2 - Eigennamen
Schrijf een verkorting voor een eigennaam zonder punten en met een beginhoofdletter.
Voorbeelden
Regel 2.1
UITZONDERING: Neem de schrijfwijze van de verkorting over die een organisatie zelf gebruikt, bijvoorbeeld voor haar naam, ook als die niet met de bovenstaande regel overeenstemt (donorprincipe).
Voorbeeld