De begrippen biseksueel en panseksueel zijn in de praktijk niet altijd scherp af te lijnen omdat veel mensen er een eigen invulling aan geven.​​​​​​​ In het algemeen wordt de term biseksueel wordt gebruikt om mensen te benoemen die zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot mannen en vrouwen of om mensen te benoemen die op meer dan één gender vallen; panseksueel wordt gebruikt om mensen te benoemen voor wie gender geen rol speelt op het vlak van seksuele en/of romantische aantrekking.

Als het in een bepaalde context relevant is om de seksuele oriëntatie van een specifieke persoon te benoemen, kan men het best aan die persoon zelf vragen voor welke benaming die persoon een voorkeur heeft.

Taalkundig gezien zijn biseksueel en panseksueel zowel een zelfstandig naamwoord als een bijvoeglijk naamwoord. Het nadeel van zelfstandige naamwoorden als een biseksueel of panseksuelen is dat ze personen lijken te reduceren tot één kenmerk, namelijk biseksueel of panseksueel zijn. Wie dat wil vermijden, kan het best kiezen voor bijvoeglijke naamwoorden om de seksuele oriëntatie van mensen te benoemen.

• Ze heeft morgen een date met een biseksuele vrouw.

• Voor panseksuele mensen is het gender van een persoon geen bepalende factor bij het kiezen van een partner.