Concessiehouder is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘bedrijf dat van de overheid het recht heeft verkregen om een bepaalde activiteit te vervullen’. Meestal gaat het om activiteiten waar een algemeen nut aan verbonden is, zoals gas- of stroomvoorziening, of waarvoor van publiek domein gebruik wordt gemaakt, zoals mijnbouw. Synoniem is concessionaris.

• In het Belgisch Staatsblad staan de namen van de concessiehouders van het nieuwe windmolenpark in de Noordzee.
• De stad zoekt een nieuwe concessiehouder voor de exploitatie van de gemeentelijke sporthal.

Het woord concessiehouder is standaardtaal in België in de betekenis ‘dealer, merkvertegenwoordiger’. Ook verdeler is in die betekenis standaardtaal in België. Het woord concessionaris is in die betekenis geen standaardtaal.

• Ik ben op zoek naar een officiële concessiehouder / verdeler / dealer van mijn favoriete automerk.