Gedaan met laden. U bevindt zich op: dichtbebouwd / dicht bebouwd Taaladviezen
dichtbebouwd / dicht bebouwd
Als dichtbebouwd bij een zelfstandig naamwoord staat, is dichtbebouwd de correcte spelling. Combinaties van dicht met een voltooid deelwoord schrijven we aan elkaar als ze als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden en als we maar één hoofdklemtoon horen: de dichtbebouwde gemeente.
- In onze dichtbebouwde gemeente is de aanleg van openbaar groen niet overal mogelijk.
We schrijven de combinatie doorgaans niet aan elkaar als ze in een zin staat met een persoonsvorm van het werkwoord worden of zijn. We horen dan een klemtoon op beide woorden.
- Niet alle steden worden even dicht bebouwd.
- Dat afgelegen dorp is niet dicht bebouwd.
Vergelijkbare gevallen zijn dichtbegroeid / dicht begroeid, dichtbevolkt / dicht bevolkt, dichtbewolkt / dicht bewolkt en dichtbewoond / dicht bewoond.