Gedaan met laden. U bevindt zich op: die / dat Taaladviezen

die / dat

Als dat en die als betrekkelijk voornaamwoord worden gebruikt, verwijst dat in de regel naar enkelvoudige het-woorden, en verwijst die naar enkelvoudige de-woorden en naar meervoudige woorden.

  • het boek dat ik koop, het meisje dat er tof uitziet, het huis dat ze huurt
  • de jongen die daar loopt, de auto die daar staat, de trein die vertrekt
  • de boeken die ik koop, de meisjes die er tof uitzien, de treinen die vertrekken

Vooral in gesproken taal duiken verwijzingen op als het bedrijf die groeit*, een boek die goed verkoopt* en de vrouw dat ik bemin*. Die zijn niet correct.

In een enkel geval kan met die ook naar een het-woord worden verwezen: als het gaat om een uitbreidende bijvoeglijke bijzin bij een het-woord dat een persoon aanduidt. Een uitbreidende bijzin staat tussen komma's, voegt extra informatie toe aan het woord waarnaar hij verwijst, en kan worden weggelaten zonder dat de betekenis van de zin ingrijpend verandert.

  • Het schoolhoofd, die nogal gesteld is op netheid, vond mijn haar te lang.
  • Zijn vriendinnetje, die erg graag kookt, is een echte lekkerbek.