Doorschijnend en doorzichtig zijn allebei correct, maar betekenen niet hetzelfde.

Doorschijnend betekent ‘lichtdoorlatend, zonder dat je kunt onderscheiden wat erachter staat’.

• In de deur zit doorschijnend glas, zodat de ruimte licht is zonder dat mensen binnen kunnen kijken.

Doorzichtig betekent ‘transparant, waardoor wat erachter staat in alle details zichtbaar is’.

• We kiezen voor een doorzichtig tafelzeil, zodat de mooie houtstructuur van het tafelblad zichtbaar blijft.

Doorzichtig wordt ook gebruikt in de figuurlijke betekenis ‘helder, goed te doorzien’.

• Zijn plannetje is zo doorzichtig, ik weet wel wat hij écht wil.