Het voorzetsel aan wordt gebruikt in de uitdrukkingen een einde (of eind) aan iets maken (‘iets beëindigen') en een einde (of eind) komen aan (‘aflopen, eindigen').
- Ze heeft een einde gemaakt aan haar huwelijk.
- Er is een einde gekomen aan zijn succes.
In andere combinaties wordt na einde het voorzetsel van gebruikt.
- Het einde van de werken is in zicht.
- De onweersbuien zorgden voor een einde van de hittegolf.
- Twee kapotte knieën betekenden het einde van haar tenniscarrière.