Enkel en alleen zijn allebei correct als bijwoord, maar er is een gebruiksverschil. Alleen is de neutrale vorm die in het hele taalgebied en in alle contexten bruikbaar is. Enkel is een minder neutraal woord: door sommige taalgebruikers wordt het als informeel beschouwd, door andere dan weer als formeel.
- U hoeft alleen / enkel het laatste blad in te vullen.
- Gerbera’s zijn niet alleen / enkel mooie snijbloemen maar ook prima kamerplanten.
Beide bijwoorden worden soms ook gecombineerd met maar.
- U hoeft alleen / enkel maar het laatste blad in te vullen.
De combinatie enkel en alleen (‘uitsluitend’) is algemeen gebruikelijk als vaste combinatie.
- De kans is groot dat je dat niet aan je baas, maar enkel en alleen aan jezelf te danken hebt.