We schrijven ertoe aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -toe gaat terug op het voorzetsel tot.
- Wie behoort ertoe? (= wie behoort tot iets, bijvoorbeeld tot die groep)
- De insecten worden ertoe aangetrokken. (= de insecten worden aangetrokken tot iets, bijvoorbeeld tot de nectar)
- Ze is ertoe in staat. (= ze is in staat tot iets, bijvoorbeeld tot impulsief gedrag)
Na ertoe kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen. De dat-zin of de beknopte bijzin heeft in zulke zinnen dezelfde functie als een naamwoord.
- Hersenschade kan ertoe leiden dat je persoonlijkheid verandert. (= hersenschade kan leiden tot iets, zoals in: hersenschade kan leiden tot een nieuwe persoonlijkheid)
- Wat heeft je ertoe gebracht je dochter naar een internaat te sturen? (= wat heeft je gebracht tot iets, zoals in: wat heeft je gebracht tot die beslissing)
- Hoe kunnen consumenten ertoe aangezet worden om een fair bedrag te betalen? (= hoe kunnen consumenten tot iets aangezet worden, zoals in: hoe kunnen consumenten tot faire bestedingen aangezet worden)
- We willen ertoe bijdragen dat leerlingen door onze vorm van onderwijs hun talenten optimaal kunnen ontplooien. (= we willen tot iets bijdragen, zoals in: we willen tot een optimale ontplooiing van de talenten bijdragen)
Ertoe wordt ook aan elkaar geschreven in de vaste combinatie ertoe doen. In die combinatie kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord niet vervangen door een voorzetsel en een naamwoord omdat het samen met het werkwoord een eenheid vormt met een specifieke betekenis.
- ertoe doen (= van belang zijn): Denk je dat zijn mening ertoe doet? Wat doet het ertoe?
In andere gevallen schrijven we er toe in twee woorden. Er en toe zijn dan woorden die tot een verschillend zinsdeel behoren.
- Bedevaarders blijven er toestromen uit alle windstreken. (toe en stromen vormen samen het werkwoord toestromen)
- Ze werden er toegejuicht. (toe en juichen vormen samen het werkwoord toejuichen)
De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord ertoe zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen er en toe een ander zinsdeel staat. De volgorde met de gesplitste vorm is vaak gebruikelijker dan die met de ongesplitste vorm. Soms is de ongesplitste vorm uitgesloten.
- Ze is er zeker toe / zeker ertoe in staat.
- Hoe kunnen consumenten er meer toe / meer ertoe aangezet worden om een fair bedrag te betalen?