De spelling van even()goed is afhankelijk van de betekenis.
Even goed, in twee woorden, betekent ‘net zo goed (als iets of iemand anders), in gelijke mate goed'.
- Peter kan even goed zingen als Tom.
- Niet iedereen kan even goed zingen.
Evengoed, aaneengeschreven, betekent ‘zonder dat het verschil uitmaakt, met evenveel recht, net zo goed, ook'.
- Ik werk in de filmwereld, maar ik had evengoed in de autosector kunnen zitten.
- Je zou het een gemiste kans kunnen noemen, maar je zou evengoed kunnen zeggen dat we die kans nog tegoed hebben.