Hartstilstand, hartinfarct en hartfalen zijn alle drie correct, maar ze hebben een andere betekenis.

Bij een hartinfarct of hartaanval krijgt een deel van de hartspier te weinig zuurstof doordat een bloedprop plots een kransslagader afsluit. Dat deel van de hartspier raakt beschadigd. Een hartinfarct kan een hartstilstand en hartfalen veroorzaken.

Bij een hartstilstand stopt het hart plots met kloppen en pompen. Een hartstilstand is het gevolg van een stoornis in het hartritme. Een hartstilstand is levensbedreigend.

Hartfalen is een chronische ziekte waarbij de hartspier zodanig verzwakt is dat het hart niet meer goed pompt. Dat leidt tot klachten als vermoeidheid en kortademigheid. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor hartfalen, onder meer een eerder hartinfarct. Hartfalen kan medisch behandeld worden.